ECLI:NL:RBROT:2020:3915

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
C/10/587641 / JE RK 19-3727
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in verband met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 april 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], geboren in 2003. De kinderrechter heeft de zaak behandeld in het kader van de Jeugdwet, waarbij de belangen van de minderjarige voorop stonden. Vanwege de coronamaatregelen zijn de betrokkenen telefonisch gehoord. De moeder van [voornaam minderjarige] heeft het ouderlijk gezag en woont in [woonplaats moeder]. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft het verzoek ingediend voor een machtiging gesloten jeugdhulp, omdat [voornaam minderjarige] ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont die zijn ontwikkeling belemmeren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] sinds 5 november 2019 onder toezicht staat en dat er eerder een machtiging tot uithuisplaatsing is verleend. De GI heeft verzocht om een verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden. Tijdens de zitting heeft [voornaam minderjarige] aangegeven zich niet te verzetten tegen het verzoek, terwijl zijn moeder ook instemde met de verlenging van de plaatsing. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen, gezien zijn instabiele opvoedsituatie en gedragsproblemen.

De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de resterende periode van twee maanden, tot 3 juli 2020. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van D. van der Aa als griffier. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/587641 / JE RK 19-3727
datum uitspraak: 17 april 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2003 te [geboorteplaats minderjarige] , [geboorteland minderjarige] ,
hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam moeder], hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- een e-mailbericht met bijlage van de GI van 8 april 2020, ingekomen bij de griffie op
8 april 2020;
- een e-mailbericht met bijlage van de GI van 9 april 2020, ingekomen bij de griffie op
9 april 2020;
- een brief met bijlage van mr. R.A.A.H. van Leur van 10 april 2020, ingekomen bij de griffie op 10 april 2020;
- een e-mailbericht met bijlage van de GI van 15 april 2020, ingekomen bij de griffie op
15 april 2020;
- een instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van
16 april 2020, ingekomen bij de griffie op 16 april 2020.
Op 17 april 2020 zou de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandelen.
Omdat in verband met het COVID-19 virus de rechtbanken slechts zeer beperkt toegankelijk zijn, zijn betrokkenen in de gelegenheid gesteld om telefonisch gehoord te worden.
De kinderrechter heeft tijdens een groepsgesprek telefonisch gehoord:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan het groepsgesprek ook apart telefonisch is gesproken, bijgestaan door mr. R.A.A.H. van Leur,
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten mw. [naam vertegenwoordigster] .
De kinderrechter is van oordeel dat deze manier van horen – gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – in deze zaak voldoende is om de zaak te behandelen en tot een goed oordeel te komen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft bij Schakenbosch te Leidschendam.
Bij beschikking van 5 november 2019 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld met ingang van
5 november 2019 tot 5 november 2020 en is een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend met ingang van 5 november 2019 tot 5 november 2020.
Op 10 december 2019 heeft de GI in aansluiting op een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp een machtiging gesloten jeugdhulp verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Bij beschikking van 3 januari 2020 heeft de GI ter zitting het verzoek mondeling gewijzigd in die zin dat een machtiging gesloten jeugdhulp wordt verzocht voor de duur van zes maanden en is een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [voornaam minderjarige] verleend met ingang van 3 januari 2020 tot 3 mei 2020 en is het overig verzochte aangehouden.

Het (aangehouden) verzoek en het standpunt van de GI

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft ter zitting het resterende deel van het verzoek gehandhaafd.

Het standpunt van belanghebbenden

Namens en door [voornaam minderjarige] is ter zitting meegedeeld dat hij zich niet verzet tegen het resterende deel van het verzoek. Wel vindt [voornaam minderjarige] het belangrijk op te merken dat het zeker niet aan hem is te wijten dat de plaatsing bij Yes we Can niet is doorgegaan nu hij hiervoor wel degelijk gemotiveerd is geweest. Inmiddels is dit echter een gepasseerd station. Ook laat [voornaam minderjarige] weten dat hij de afgelopen periode regelmatig thuis is geweest en dat dat goed is gegaan.
De moeder heeft ter zitting verklaard dat zij het eens is met een verlenging van de plaatsing van [voornaam minderjarige] binnen de gesloten jeugdhulp voor de resterende duur van twee maanden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hier nog steeds sprake van.
Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd als gevolg van de instabiele en onveilige opvoedsituatie, waarin hij is opgegroeid en zijn toenemende gedragsproblemen. [voornaam minderjarige] heeft moeite gehad om het gezag van zijn moeder te accepteren en heeft zich aan haar gezag onttrokken. Ook is bij [voornaam minderjarige] sprake geweest van schoolverzuim. De ingezette hulpverlening in de thuissituatie en een plaatsing van [voornaam minderjarige] binnen de crisisopvang heeft nauwelijks effect gehad. Vanwege de zorgen kon de veiligheid thuis niet langer worden gewaarborgd. Daarom is [voornaam minderjarige] met een machtiging gesloten jeugdhulp bij Schakenbosch geplaatst.
[voornaam minderjarige] heeft baat bij de geboden structuur en heeft zich voor zijn behandeling bij Schakenbosch ingezet waardoor hij grote stappen (heeft ge)maakt. Zo heeft [voornaam minderjarige] laten zien dat hij wil werken aan zijn problemen en laat hij inzicht zien in zijn problematiek. De komende periode wil [voornaam minderjarige] verder werken aan het leren accepteren van gezag, aan het omgaan met boosheid en aan zijn trauma’s. [voornaam minderjarige] heeft zich aangemeld voor een opleiding tot lasser en bij lasbedrijf Goflex, waar hij intern scholing kan volgen. Ook is hij van plan om zich bij de huisarts voor traumatherapie aan te melden nu de verwachting is dat hij deze therapie bij Schakenbosch vanwege de wachtlijst daar niet tijdig zal kunnen krijgen. Voor dit alles verdient [voornaam minderjarige] een groot compliment.
Nu de belanghebbenden zich niet verzetten tegen het resterende deel van het verzoek en de kinderrechter het in het belang van [voornaam minderjarige] acht, zal de kinderrechter gelet op al het vorenstaande de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de resterende periode van twee maanden, te weten tot 3 juli 2020.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [voornaam minderjarige] met ingang van 3 mei 2020 tot uiterlijk 3 juli 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2020 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 april 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.