ECLI:NL:RBROT:2020:3938
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 10 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in Turkije en thans verblijvende in een zorginstelling. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat niet alle verzochte vormen van verplichte zorg zijn toegewezen. Specifiek zijn maatregelen zoals het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht afgewezen, omdat de noodzaak daarvan niet voldoende was gemotiveerd. De rechtbank oordeelde dat opname als verplichte zorg op dat moment niet proportioneel was, maar dat gedwongen medicatie wel noodzakelijk was om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.
De procedure begon met een verzoekschrift van de officier van justitie, ingediend op 31 maart 2020, vergezeld van relevante medische documenten. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 april 2020 zijn zowel de betrokkene als een psychiater gehoord. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 10 oktober 2020, en bepaalde dat de noodzakelijke maatregelen voor verplichte zorg konden worden getroffen, zoals het toedienen van medicatie en medische controles. De beschikking is mondeling gegeven door de rechter en later schriftelijk uitgewerkt.