ECLI:NL:RBROT:2020:3938

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 april 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
C/10/594068 / FA RK 20-2198
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in Turkije en thans verblijvende in een zorginstelling. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat niet alle verzochte vormen van verplichte zorg zijn toegewezen. Specifiek zijn maatregelen zoals het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht afgewezen, omdat de noodzaak daarvan niet voldoende was gemotiveerd. De rechtbank oordeelde dat opname als verplichte zorg op dat moment niet proportioneel was, maar dat gedwongen medicatie wel noodzakelijk was om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De procedure begon met een verzoekschrift van de officier van justitie, ingediend op 31 maart 2020, vergezeld van relevante medische documenten. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 april 2020 zijn zowel de betrokkene als een psychiater gehoord. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 10 oktober 2020, en bepaalde dat de noodzakelijke maatregelen voor verplichte zorg konden worden getroffen, zoals het toedienen van medicatie en medische controles. De beschikking is mondeling gegeven door de rechter en later schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594068 / FA RK 20-2198
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 10 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Turkije,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Parnassia Groep, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. J.A. Smits te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 31 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door J. Wolf, psychiater, van 30 maart 2020;
 de zorgkaart;
 het zorgplan van 16 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat,
 Y. Chong, psychiater, verbonden aan Parnassia Groep.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 9 maart 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 30 maart 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.4.
Wanneer betrokkene goed is ingesteld op haar medicatie en deze blijft innemen is er sprake van een stabiel toestandsbeeld. Betrokkene is al tientallen jaren bekend met een psychische stoornis en eens in de zoveel tijd stopt zij met medicatie inname. Wanneer dat gebeurt decompenseert zij met ernstig nadeel tot gevolg. Klinische behandeling is dan noodzakelijk om betrokkene opnieuw in te stellen op haar medicatie en hierna is ambulante behandeling weer mogelijk. Tijdens de zitting blijkt dat betrokkene inmiddels goed is ingesteld op haar medicatie en dat zij terug kan naar haar begeleide woonvorm.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiel te houden heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Zonder een machtiging als stok achter de deur stopt betrokkene met het gebruik van medicatie waardoor een decompensatie ontstaat. Teneinde dit te voorkomen is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het beperken van de bewegingsvrijheid, het uitoefenen van toezicht, onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerken, het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen en het opnemen is een accommodatie, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd. Hoewel betrokkene op termijn weer kan decompenseren waarna opname nodig zal zijn, is op dit moment niet voorzienbaar dat dit op korte termijn zal gebeuren. Opname als verplichte zorg is daarom op dit moment niet proportioneel en zal worden afgewezen. Volstaan kan worden met het toewijzen van de gedwongen medicatie.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 oktober 2020.
Deze beschikking is op 10 april 2020 mondeling gegeven door mr. D.Y.A. van Meersbergen, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 16 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.