ECLI:NL:RBROT:2020:3944

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
C/10/594645 / FA RK 20-2508
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 14 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren in Groot-Brittannië en thans verblijvende in Antes GGZ te Poortugaal. Dit gebeurde op verzoek van de officier van justitie, die op 7 april 2020 een verzoekschrift indiende. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. J.A. van Gemeren, aanwezig waren. De psychiater N. van Beveren werd ook gehoord. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat haar gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren en de betrokkene onvoldoende ziektebesef had. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 14 oktober 2020, en bepaalde dat de noodzakelijke maatregelen, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, konden worden getroffen. De beschikking is op 14 april 2020 mondeling gegeven en op 29 april 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594645 / FA RK 20-2508
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Groot-Brittannië,
hierna: betrokkene,
wonende en thans verblijvende in Antes GGZ, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. J.A. van Gemeren te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 7 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door A. Moerlie, psychiater, van 30 maart 2020;
 de zorgkaart van 23 maart 2020;
 het zorgplan van 13 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 N. van Beveren, psychiater, verbonden aan Antes GGZ.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang van betrokkene. Daarnaast bestaat het risico dat betrokkene wegens hinderlijk gedrag agressie van anderen jegens zichzelf oproept. Voordat betrokkene werd opgenomen verbleef en overnachtte zij in het park bij de Euromast. Hier verzorgde zij overlast door onder andere haar behoeften in het openbaar te doen. Volgens betrokkene kwam dat doordat zij werd geraakt door elektromagnetische wapens wat een onmiddellijk effect had op haar darmen. Hoewel zij af en toe ook in een hotelkamer verblijft, heeft betrokkene geen vaste woon- of verblijfplaats. Zelf is zij ervan overtuigd dat het park bij de Euromast en de gebouwen daar omheen haar eigendom zijn. Volgens betrokkene staat haar naam op de betreffende aktes. Op dit moment ervaart zij echter last van krakers in haar panden, ook in andere landen, waardoor ze niet terug zou kunnen keren naar haar woningen. Hiervoor heeft ze eerst een slotenmaker nodig. Ook andere personen, die betrokkene niet bij naam wil noemen, zouden voor haar bezig zijn. Volgens de psychiater is bij betrokkene sprake van grootheids- en paranoïde wanen die voortkomen uit een psychose. Betrokkene wordt behandeld met antipsychotica, wat het toestandsbeeld inmiddels iets verbeterd heeft. Aanvankelijk was betrokkene geagiteerd en waren de wanen meer op de voorgrond. De agitatie is sterk afgenomen en de wanen zijn gedurende de opname meer naar de achtergrond verdwenen. Ze zijn echter nog wel aanwezig. De psychiater vindt het van belang om de behandeling klinisch voort te zetten om deze te kunnen perfectioneren. Ook acht hij het van belang om de achtergrond van betrokkene beter in kaart te brengen. Tot nu toe is het erg onduidelijk waar betrokkene precies vandaan komt en of zij elders een steunsysteem heeft en repatriëring mogelijk is. Na eventueel ontslag uit de accommodatie zal het noodzakelijk zijn om de behandeling ambulant voort te zetten. Op dit moment is er nog te veel onduidelijkheid om dit te kunnen opstarten.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Bij betrokkene ontbreekt het aan ziektebesef en inzicht. Zij herkent zich niet in het beeld dat van haar wordt geschetst en zij vindt opname niet langer noodzakelijk. Zij bepleit dan ook afwijzing van onderhavig verzoek. De rechtbank gaat hieraan voorbij. De gestelde diagnose is aannemelijk en voldoende onderbouwd. Dit levert nadeel op omdat betrokkene op basis hiervan gedrag vertoont waarmee ze agressie van anderen kan oproepen en zichzelf verwaarloost. Betrokkene heeft zelf geen besef en inzicht in deze problematiek en dat betekent dat opname en behandeling nog steeds noodzakelijk zijn. Om die reden wordt verplichte zorg opgelegd.
Subsidiair bepleit betrokkene toewijzing van het verzoek voor een kortere duur en toewijzing van alleen de vormen van verplichte zorg die zien op het toedienen van medicatie en de opname in een accommodatie. Het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen is niet noodzakelijk, daar betrokkene juist somatisch geholpen wil worden. De psychiater betwist dit en verklaart dat betrokkene bij aanvang van de opname lichamelijk onderzoek weigerde. Het is van belang om betrokkene ook somatisch goed te kunnen monitoren en daarom is ook die vorm van verplichte zorg noodzakelijk. De rechtbank heeft geen reden aan het deskundig oordeel van de psychiater te twijfelen.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 oktober 2020.
Deze beschikking is op 14 april 2020 mondeling gegeven door mr. M.W.J. van Elsdingen, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 29 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.