Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het exploot van dagvaarding van 22 november 2018 met producties 1 t/m 30;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties 1 t/m 16;
- de bij brief d.d. 26 maart 2019 door Sölner overgelegde aanvullende producties 17 t/m 22;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de voorafgaande aan de comparitie van partijen door K&S overgelegde aanvullende producties 31 t/m 44;
- het proces-verbaal van de op 9 april 2019 gehouden comparitie van partijen;
- de ter comparitie van partijen d.d. 9 april 2019 door partijen overgelegde spreekaantekeningen;
- de akte overlegging producties d.d. 8 mei 2019 van K&S;
- de akte houdende uitlating producties d.d. 22 mei 2019 van Sölner;
- het proces-verbaal van de op 18 september 2019 gehouden voortzetting van de comparitie van partijen;
- het faxbericht van K&S d.d. 7 oktober 2019;
- het faxbericht van K&S d.d. 13 november 2019;
- het faxbericht van Sölner d.d. 13 november 2019;
- de akte uitlating d.d. 27 november 2019 van K&S;
- de akte uitlating d.d. 27 november 2019 van Sölner.
mr. L.J. van Die op 29 februari 2020 overleden. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of zij een nieuwe comparitie van partijen wensen, dan wel dat zij ermee instemmen dat een andere rechter dan de comparitierechter het vonnis zal wijzen. Vervolgens hebben partijen de rechtbank op 18 respectievelijk 19 februari 2020 bericht dat zij geen prijs stellen op een nieuwe mondelinge behandeling ten overstaan van de rechter die vonnis wijst in de zaak.
2..De vaststaande feiten
Artikel 6 Instructies samen te vatten in het handboek
Dit franchisehandboek geeft richting en invulling voor de praktische werking van de franchiseformule. Het geeft zelfstandig ondernemers handvatten om met zijn of haar regiokantoor binnen het aangewezen communicatie-verzorgingsgebied het beste te realiseren.
Zoals gisteren besproken gaan [naam persoon 1] en ik het bedrijf EcoGiving overnemen.(…)”
Wij hebben jou tijdens ons gesprek op 13 juni verteld, dat wij het aanbod hebben gekregen om de webshop Ecogiving over te nemen.
Inmiddels is er uitgebreid advies ingewonnen over het door jullie ingediende vraagstuk. Ik kan niet anders concluderen dat jullie voornemen (en/of reeds ingezette, aangevangen en/of met derden besproken) activiteiten in strijd zijn met de tussen ons geldende afspraken. Ik verzoek jullie dan ook om deze voornemens en activiteiten te staken en gestaakt te houden. Tevensverzoek ik jullie om mij hierover binnen 30 dagen na heden een bevestiging te sturen.(…)”
Het inkopen, verkopen, produceren, importeren, exporteren en ontwikkelen van reclame-, promotie- retailartikelen en promotionele diensten voor zowel zakelijke als particuliere klanten.”
Door concurrerende activiteiten te verrichten, bent u (toerekenbaar) tekortgekomen in de nakoming van uw contractuele verplichtingen jegens cliënte, althans handelt u jegens cliënte onrechtmatig.
(…)
€ 56.055,47.
Helaas is nu gebleken dat uw cliënte in strijd handelt met het tussen partijen overeengekomen postcontractuele beding van non-concurrentie. Ook is de eindnota d.d. 15 augustus 2018 tot op heden onbetaald gebleven.
3..De vordering in conventie
‘niet rechtsgeldende’in de zin van artikel 30 lid 1 van de franchiseovereenkomst is bedoeld, wanneer een partij zich niet gedraagt volgens de gemaakte afspraken. Deze bedoeling volgt ook uit artikel 2.4 van het handboek. Hieruit volgt tevens dat het Sölner evenmin is toegestaan gedurende één jaar na beëindiging van de overeenkomst op gerichte wijzen klanten, leveranciers en collega-franchisenemers te benaderen met het doel om zakelijk transacties tot stand te brengen.
Zoals gisteren besproken gaan [naam persoon 1] en ik het bedrijf EcoGiving overnemen.” K&S heeft daarop laten weten dat overname niet gewenst is binnen de tussen partijen gemaakte (contractuele afspraken). Door Sölner is vervolgens kenbaar gemaakt dat zij geen contractuele obstakels ziet. De boodschap van Sölner is dat zij door gaat met haar onderhandelingen.
4..Het verweer in conventie
“niet rechtsgeldende”ontbinding. Daarvan is geen sprake nu Sölner de franchiseovereenkomst wel rechtsgeldig heeft ontbonden. K&S heeft de franchiseovereenkomst daarentegen niet rechtsgeldig ontbonden, zodat juist K&S gebonden is aan het post- non concurrentiebeding. Naast de omstandigheid dat het franchisehandboek niet van toepassing is op de franchiseovereenkomst, geldt daarnaast dat ook het hierin opgenomen post non-concurrentiebeding niet duidelijk/eenduidig is en bovendien in strijd met het post non-concurrentiebeding zoals opgenomen in de franchiseovereenkomst. Bij een dergelijke strijd gaat de bepaling in de franchiseovereenkomst in rang voor. Sölner wijst er daarnaast op dat zij op grond van artikel 30 lid 2 van de franchiseovereenkomst haar klanten mag blijven bedienen nu zij 80 tot 90% van haar klanten zelf heeft ingebracht.
5..De vordering in reconventie
6..Het verweer in reconventie
‘niet rechtsgeldende’in de zin van artikel 30 lid 1 van de franchiseovereenkomst is bedoeld, wanneer een partij zich niet gedraagt volgens de gemaakte afspraken. Echter ook in het geval de door Sölner gestelde uitleg wordt gevolgd, is sprake van een geldig beding jegens Sölner, nu Sölner de franchiseovereenkomst niet rechtsgeldig heeft ontbonden.
7..De beoordeling in conventie en in reconventie
9 juli 2018 een brief aan K&S heeft verzonden, waarbij zij hebben verwezen naar deze productie en uit de nadien gevoerde correspondentie tevens kan worden afgeleid dat de gemachtigde van Sölner op 9 juli 2018 zowel namens Sölner als namens Five P een ingebrekestelling aan K&S heeft verzonden, gaat de rechtbank er vanuit dat de door partijen genoemde brief d.d. 9 juli 2018 geschreven door mr. E. Brons-Stikkelbroeck, namens Sölner, een (soort)gelijke inhoud heeft gehad. Niet weersproken is voorts door K&S dat met deze brief is voldaan aan het bepaalde in artikel 21.2 van de franchiseovereenkomst, zodat een rechtsgeldige ingebrekestelling heeft plaatsgevonden.
Sölner heeft erkend aan K&S ter zake de eindafrekening nog een bedrag
€ 15.978,80 in mindering strekt (c.q. strekken) het bedrag (c.q. de bedragen) die Sölner rechtstreeks heeft voldaan aan de beide genoemde leveranciers, voor zover Sölner die betalingen aan de hand van concrete betalingsbewijzen kan aantonen.
8..De beslissing
€ 15.978,80 in mindering strekt (c.q strekken) het bedrag (c.q. de bedragen) die Sölner heeft betaald aan de beide leveranciers UMA en DVC, voor zover Sölner die betalingen aan de hand van concrete betalingsbewijzen kan aantonen;
6 mei 2020.