ECLI:NL:RBROT:2020:3995

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 april 2020
Publicatiedatum
30 april 2020
Zaaknummer
C/10/593148 / FA RK 20-1724
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 1 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en in het verleden meerdere keren een paranoïde psychose heeft gehad. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en gevaar voor de veiligheid van anderen. Ondanks dat de betrokkene de afgelopen twee jaar zijn medicatie heeft geaccepteerd, zijn er zorgen over zijn wens om deze af te bouwen, vooral gezien zijn gebruik van speed en cannabis. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij alleen het toedienen van medicatie als noodzakelijke vorm van verplichte zorg wordt opgenomen. De rechtbank heeft de andere verzochte vormen van zorg, zoals opname in een accommodatie en beperking van de bewegingsvrijheid, niet opgenomen in de zorgmachtiging, omdat deze op dit moment niet noodzakelijk zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en schriftelijk uitgewerkt op 7 april 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593148 / FA RK 20-1724
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 1 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en thans verblijvende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. M.C. Bekkering te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 13 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. J. Verveer, psychiater, van 6 maart 2020;
 de zorgkaart van 10 maart 2020;
 het zorgplan van 25 februari 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 1 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
 [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend. Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene heeft in het verleden meerdere keren een paranoïde psychose gehad, waarbij hij agressief gedrag vertoonde en zichzelf en zijn woonomgeving verwaarloosde. Vanwege depotmedicatie heeft betrokkene reeds twee jaar geen (ernstige) psychose meer gehad. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het goed met hem gaat, hetgeen bevestigd wordt door de verpleegkundige. Er bestaan echter zorgen over de wens van betrokkene om zijn medicatie af te bouwen. Er is sprake van structureel gebruik van speed en cannabis bij betrokkene. Mede gelet op zijn drugsgebruik bestaat het risico dat betrokkene weer een psychose krijgt als hij zonder begeleiding de medicatie zou afbouwen. Dit dient daarom geleidelijk en gecontroleerd te gebeuren.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
De verpleegkundige heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat, hoewel betrokkene de afspraken omtrent zijn medicatie grotendeels nakomt, hij weinig ziektebesef en –inzicht heeft en de kans aannemelijk wordt geacht dat hij deze afspraken op vrijwillige basis niet zal nakomen. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank enkel de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis.
Met betrekking tot de overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het opnemen in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, overweegt de rechtbank het volgende. Deze twee vormen van verplichte zorg dienen alleen als ‘stok achter de deur’ zodat betrokkene zijn medicatie zal innemen. De verpleegkundige heeft tijdens de mondelinge behandeling echter verklaard dat een opname in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid op dit moment niet noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Om deze reden neemt de rechtbank deze vormen van verplichte zorg niet op in de zorgmachtiging. Het is niet te verwachten dat betrokkene op korte termijn opgenomen moet worden. Hij is immers in de afgelopen twee jaar ook de afspraken nagekomen en heeft de medicatie geaccepteerd. Mochten deze vormen van zorg in de toekomst alsnog noodzakelijk worden geacht, dan kan er tijdelijk verplichte (aanvullende) zorg worden verleend als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz en, zo nodig, een wijziging van de zorgmachtiging worden verzocht.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 oktober 2020.
Deze beschikking is op 1 april 2020 mondeling gegeven door mr. D.Y.A. van Meersbergen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 7 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.