ECLI:NL:RBROT:2020:3998

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 april 2020
Publicatiedatum
30 april 2020
Zaaknummer
C/10/594062 / FA RK 20-2193
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging na crisismaatregel met aanvullende zorgmaatregelen en beoordeling van verplichte zorg

Op 15 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotisch toestandsbeeld met paranoïde wanen. De officier van justitie had op 30 maart 2020 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging in aansluiting op een eerder verleende crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 april 2020 zijn zowel de betrokkene als zijn advocaat en een psychiater gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder maatschappelijke teloorgang en gevaar voor de veiligheid van anderen. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, ondanks de verklaring van de advocaat dat de betrokkene meewerkt aan zijn behandeling. De rechtbank wijst het verzoek toe en verleent een zorgmachtiging voor een periode van zes maanden voor het toedienen van medicatie en medische controles, en voor drie maanden voor andere zorgvormen zoals insluiting en toezicht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.M. Coenraad en schriftelijk uitgewerkt op 24 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummers: C/10/594062 / FA RK 20-2193
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 15 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz),
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes Bouman te Rotterdam,
advocaat mr. A. Rhijnsburger te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier ingekomen op 30 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. Y. Chong, psychiater, van 26 maart 2020;
 de zorgkaart van 25 maart 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 25 maart 2020 ;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek is, na aanhouding ter zitting van 8 april 2020, voortgezet op 15 april 2020.
Bij deze gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 drs. H. Westerkamp, psychiater, verbonden aan Antes Bouman.

2..Beoordeling

Zorgmachtiging in aansluiting op voortzetting crisismaatregel
2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 11 maart 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 30 maart 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotisch toestandsbeeld met paranoïde
wanen bij een man met tot zeer recent cocaïnemisbruik.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Uit de stukken blijkt dat betrokkene kampt met paranoïde wanen en dat hij stemmen hoort, waardoor hij overlast veroorzaakt, zich bedreigd voelt door anderen en daardoor agressief is naar anderen. Hij is er van overtuigd dat een overbuurman en een bende het op hem hebben voorzien.
Betrokkene verklaart ter zitting dat hij nog altijd stemmen hoort waardoor hij zich bedreigd voelt en dat hij niet weet of deze stemmen realiteit zijn. Die stemmen bepalen in grote mate zijn leven, aldus betrokkene. De psychiater bevestigt dit en voegt daar aan toe dat die stemmen in sterke mate het gedrag van betrokkene beïnvloeden, waardoor hij gevaarlijk kan worden. Zo was het zeer recent nog nodig om betrokkene in te sluiten, omdat hij zich onder invloed van stemmen bedreigd voelde door medepatiënten en daardoor agressief werd, aldus de psychiater.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene naar het oordeel van de rechtbank zorg nodig. De advocaat van betrokkene verklaart dat betrokkene meewerkt aan zijn behandeling, zodat verplichte zorg op grond van de wet niet nodig is en het verzoek daartoe moet worden afgewezen. De rechtbank is met de psychiater van oordeel dat gezien het toestandsbeeld van betrokkene niet op zijn consistente medewerking kan worden vertrouwd. De rechtbank acht daarom verplichte zorg noodzakelijk en wijst het verzoek toe.
2.2.2.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur, waarbij de zorgvorm “uitoefenen van toezicht op betrokkene” niet in het zorgplan is opgenomen. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken, waarbij de psychiater heeft verklaard dat ook de zorgvorm “uitoefenen van toezicht op betrokkene” noodzakelijk is in de situatie dat betrokkene moet worden ingesloten, aangezien dan automatisch sprake is van cameratoezicht. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het opnemen in een accommodatie.
De rechtbank merkt daarbij op dat het zorgplan conform het voorgaande moet worden aangepast in die zin, dat daarin de zorgvorm “uitoefenen van toezicht op betrokkene” moet worden opgenomen. Voorts merkt de rechtbank op dat de machtiging voor de zorgvormen “insluiten” en “uitoefenen van toezicht op betrokkene” naar aanleiding van het verhandelde ter zitting wordt verleend onder de in het verzoekschrift vermelde en, naar ter zitting is gebleken, voorzienbare voorwaarde dat het toestandsbeeld van betrokkene verslechtert en hij zijn medicatie weigert en/of angstig/agressief wordt naar medewerkers/medepatiënten vanwege de achterdocht, waardoor de situatie op de afdeling als onveilig wordt ingeschat.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging ten aanzien van de zorgvorm “toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis” zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden en ten aanzien van de overige toegewezen zorgvormen voor de verzochte duur van drie maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen, met inachtneming van de in rechtsoverweging 2.2.4. vermelde termijnen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 oktober 2020.;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 15 april 2020 mondeling gegeven door mr. L.M. Coenraad, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Panhuizen, griffier, en op 24 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.