ECLI:NL:RBROT:2020:4064

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
4 mei 2020
Zaaknummer
C/10/593476 / FA RK 20-1878
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 3 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een cluster A persoonlijkheidsstoornis met mogelijke psychotische overschrijdingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de fysieke gezondheid van de betrokkene ernstig wordt benadeeld door de psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. M.H. de Lange, telefonisch zijn gehoord, evenals twee zorgverleners van GGZ Delfland. De officier van justitie was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) toegepast. Het gedrag van de betrokkene, dat voortkomt uit haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel en er zijn geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke en fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en te herstellen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 3 oktober 2020, en heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en toezicht op de betrokkene.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 8 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593476 / FA RK 20-1878
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 3 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in GGZ Delfland, locatie Willem de Zwijgerlaan te Schiedam,
advocaat mr. M.H. de Lange te Vlaardingen.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 18 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door R. Wesseloo, psychiater, van 9 maart 2020;
 de zorgkaart van 5 maart 2020 met bijlagen;
 het zorgplan met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz, en
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens, strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam arts] , arts, en [naam psychiater] , psychiater, beiden verbonden aan GGZ Delfland, locatie Willem de Zwijgerlaan.
1.2.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van een persoon wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor een persoon geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van een persoon te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van een persoon te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene in de voorliggende zaak lijdt aan een psychische stoornis, te weten een cluster A persoonlijkheidsstoornis, mogelijk met psychotische overschrijdingen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang. Er is sprake van wantrouwen en achterdocht naar diverse overheidsinstanties. Betrokkene procedeert al jaren en schrijft brieven naar diverse instanties. Ook op de afdeling laat zij zich hierover uit en is zij daar volgens de arts in haar hoofd nog regelmatig mee bezig. Voorts zijn er oordeels- en kritiekstoornissen. Betrokkene verliest zichzelf in voornoemde activiteiten en dit gaat ten koste van de zelfzorg. Vanuit de stoornis is betrokkene niet in staat om adequaat voor zichzelf te zorgen. Bij opname was er sprake van zelfverwaarlozing, namelijk ondervoeding. Voor opname heeft betrokkene een week in het ziekenhuis gelegen vanwege te lage bloedsuikers en wonden aan haar benen. Zij bagatelliseert haar klachtenprestatie. Betrokkene is al sinds 2014 niet meer in beeld geweest bij de huisarts ondanks de ernstige problematiek met betrekking tot haar benen. De afgelopen jaren leidt betrokkene een teruggetrokken bestaan en mijdt alle zorg. Ook op de afdeling heeft betrokkene eigen ideeën over de medische zorg, waardoor ze soms tegen medische advies in handelt.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de fysieke gezondheid van betrokkene te herstellen, die als gevolg van de psychische stoornis van betrokkene ernstig wordt benadeeld, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig. Er is bij betrokkene geen ziektebesef of -inzicht. Verdere lichamelijke achteruitgang wordt verwacht wanneer betrokkene nu terug zal keren naar haar eigen woning zonder verplichte zorg, aldus de arts. Om dit te voorkomen moet er vanuit de klinische setting adequate thuiszorg en ambulante behandeling worden opgestart.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te kunnen wenden:
 het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, en
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
De rechtbank passeert het verzet van de advocaat zich tegen de toedienen van medicatie als vorm van verplichte zorg. Ondanks de omstandigheid dat betrokkene thans geen medicatie inneemt, kan medicatie-inname binnen de structuur van de instelling nodig zijn.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 oktober 2020.
Deze beschikking is op 3 april 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 8 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.