ECLI:NL:RBROT:2020:4065

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
4 mei 2020
Zaaknummer
C/10/593643 / FA RK 20-1973
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 3 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 20 maart 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 april 2020, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. R.A.F. Jansen, telefonisch werden gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank beoordeelde of voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling bleek dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotisch toestandsbeeld, wat leidde tot ernstig nadeel, waaronder agressief gedrag. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling te accepteren. Daarom was verplichte zorg noodzakelijk.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid om verschillende vormen van verplichte zorg toe te passen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 14 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593643 / FA RK 20-1973
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 3 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
in de Basisregistratie Personen vermeld als [naam] ,
geboren op [geboortdatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam,
advocaat mr. R.A.F. Jansen te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 20 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door N. Grootendorst, psychiater, van 16 maart 2020;
 de zorgkaart van 16 maart 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 13 maart 2020 met bijlagen, en
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam arts] , arts, verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam.
1.2.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 28 februari 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 20 maart 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van een persoon wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van een persoon als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor een persoon geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van een persoon te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten psychotisch toestandsbeeld.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene in de voorliggende zaak leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van andere oproept. Het psychotisch toestandsbeeld van betrokkene werd gekenmerkt door een uitgekristalliseerd waansysteem met spirituele en paranoïde wanen en akoestische hallucinaties. Betrokkene is meermaals fysiek agressief geweest. Hij heeft gedreigd de keel van zijn vriendin door te snijden en heeft haar proberen te wurgen. Voorts heeft hij een arrestantenbewaker aangevallen en uitte hij zich agressief naar verpleegkundigen. In het ontstaan van het psychotische toestandsbeeld hebben stress en het (dagelijks) gebruik van cannabis een grote rol gespeeld.
Het toestandsbeeld is inmiddels verbeterd en de psychose is thans in vroege remissie. Nadere instelling op de antipsychotica is echter nodig om de psychose te doen verbleken en om het risico op een terugkeer van de psychose te minimaliseren. De motivatie bij betrokkene op lange termijn is op dit moment onvoldoende in te schatten, aldus de arts. Betrokkene heeft tijdens zijn psychose medicatie geweigerd vanuit achterdocht. Gezien de forse agressie acht de arts het derhalve van belang dat er in een vroeg stadium kan worden ingegrepen wanneer het toestandsbeeld van betrokkene opnieuw verslechterd.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat betrokkene zijn autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te kunnen wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het onderzoek aan kleding of lichaam;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
 het controleren op de aanwezigheid van gedragbeïnvloedende middelen, en
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
Tijdens de mondelinge behandeling is het volgende besproken. Het uitgangspunt is dat betrokkene ambulante zorg zal ontvangen en accepteren. Indien de situatie van betrokkene verslechtert, doordat hij zijn medicatie niet inneemt of doordat hij de afspraken met de ambulante zorg niet nakomt, kan opname heropname en een beperking van de bewegingsvrijheid volgen.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 oktober 2020.
Deze beschikking is op 3 april 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 14 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.