ECLI:NL:RBROT:2020:4070

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2020
Publicatiedatum
4 mei 2020
Zaaknummer
C/10/594237 / FA RK 20-2285
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene met een kwetsbare gezondheidstoestand. De officier van justitie had op 31 maart 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, die lijdt aan een schizotypische persoonlijkheidsstoornis met mogelijk schizofrene ontwikkeling, was opgenomen met een extreem lage BMI en vertoonde psychotisch gedrag, wat leidde tot ernstig nadeel voor zijn gezondheid. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 april 2020 werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat en enkele medische professionals. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg waren en de betrokkene onvoldoende ziektebesef had. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van vocht, voeding en medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 20 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594237 / FA RK 20-2285
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Zorgboulevard te Rotterdam,
advocaat mr. E.S. van Aken te Zierikzee.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 31 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door F.M. van Hasselt, psychiater, van 23 maart 2020;
 de zorgkaart van 23 maart 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 19 maart 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan, en
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam psychiater] , psychiater en [naam arts] , arts, beiden verbonden aan Antes, locatie Zorgboulevard.
1.2.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van een persoon wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van een persoon als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor een persoon geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van een persoon te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van een persoon te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene in de voorliggende zaak lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizotypische persoonlijkheidsstoornis met mogelijk schizofrene ontwikkeling.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing. Betrokkene is opgenomen met een BMI van 12 nadat hij vanuit een psychotische overtuiging is gestopt met eten en drinken. Aanvankelijk kreeg hij in de accommodatie voedsel via een infuus, maar sinds enkele dagen is dit infuus verwijderd. Er is gestart met antipsychotica en sindsdien wordt er bij betrokkene een positieve ontwikkeling gezien. Hij neemt drinkvoeding tot zich en eet dagelijks enkele crackers. Het effect van de medicatie is weliswaar merkbaar, maar zijn levensstijl kan nog steeds leiden tot een ernstige disbalans in elektrolyten, daardoor hartritmestoornissen kunnen ontstaan en er risico bestaat op overlijden. Een klinische opname is noodzakelijk om de kwetsbare gezondheidstoestand van betrokkene te monitoren. Ook dient betrokkene verder ingesteld te worden op de medicatie.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Er is geen ziektebesef en -inzicht bij betrokkene. Hij spreekt slechts over een disbalans in zijn hoofd en ziet geen meerwaarde in het slikken van antipsychotica. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, en
 het opnemen in een accommodatie.
Door de advocaat van betrokkene wordt verweer gevoerd tegen het toedienen van vocht en voeding als vorm van verplichte zorg, omdat betrokkene inmiddels vrijwillig eet en drinkt.
Nu de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat de bereidheid bij betrokkene (nog) te kwetsbaar is omdat betrokkene nog niet volledig is ingesteld op de medicatie, is de rechtbank van oordeel dat deze vorm van verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te kunnen wenden.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect kunnen hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 oktober 2020.
Deze beschikking is op 14 april 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 20 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.