ECLI:NL:RBROT:2020:4098

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 april 2020
Publicatiedatum
6 mei 2020
Zaaknummer
8382969 \ CV EXPL 20-8204
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een tandartsfactuur met verzoek tot matiging van proceskosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en een gedaagde. Infomedics, een incassobureau, vorderde betaling van een tandartsfactuur van € 63,00 die voortkwam uit een tandheelkundige behandeling die de gedaagde op 2 mei 2019 had ondergaan. De zorgverzekeraar van de gedaagde had een deel van de kosten vergoed, maar de gedaagde was in gebreke gebleven met de betaling van het resterende bedrag. Infomedics had de vordering overgenomen van de tandartspraktijk en had de gedaagde een factuur gestuurd, maar deze had niet betaald ondanks aanmaningen.

De gedaagde voerde aan dat er een betalingsregeling was getroffen en verzocht om matiging van de proceskosten, omdat deze relatief hoog waren in verhouding tot de hoofdsom. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedaagde in verzuim was geraakt door het niet betalen van de factuur en dat de vordering van Infomedics terecht was. De kantonrechter wees de vordering van Infomedics toe, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 en de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag.

De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten, die werden vastgesteld op € 210,85. De verzoeken van de gedaagde om de kosten te matigen werden afgewezen, omdat de financiële omstandigheden van de gedaagde geen grond vormden voor matiging. Het vonnis werd uitgesproken door mr. E.I. Mentink.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8382969 \ CV EXPL 20-8204
uitspraak: 10 april 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 18 februari 2020,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: [gemachtigde] .
Partijen worden hierna verder aangeduid als “Infomedics” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen.
  • het exploot van dagvaarding van 18 februari 2020, met producties;
  • de conclusie van antwoord.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
[gedaagde] heeft op 2 mei 2019 een tandheelkundige behandeling ondergaan bij [praktijk] te Rotterdam voor een bedrag van € 315,00. De zorgverzekeraar van [gedaagde] heeft de behandeling tot een bedrag van € 252,00 vergoed, zodat resteert een bedrag van € 63,00.
2.2.
[praktijk] heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan Infomedics. Bij factuur van 21 juni 2019 heeft Infomedics mededeling van die overdracht gedaan en een bedrag van € 63,00 bij [gedaagde] in rekening gebracht.

3..Het geschil

3.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 105,68 (waarvan € 315,00 aan hoofdsom, € 2,68 aan verschenen rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten minus een bedrag van € 252,00), vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van
€ 105,68 vanaf 12 februari 2019, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2.
Aan haar vordering legt Infomedics - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag. Ondanks aanmaning is [gedaagde] in gebreke gebleven met betaling van de factuur van 21 juni 2019, zodat zij in verzuim is geraakt. Infomedics zag zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en heeft daarom buitengerechtelijke incassokosten moeten maken die, evenals de wettelijke rente, op grond van de wet voor rekening van [gedaagde] komen.
3.3.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat zij met Infomedics een billijke betalingsregeling getroffen heeft en dat daarom vonnis gewezen kan worden. Zij verzoekt de kosten te matigen omdat deze gelet op de hoogte van de hoofdsom en de financiële situatie van [gedaagde] relatief hoog zijn.

4..De beoordeling

4.1.
Blijkens de inhoud van de dagvaarding gaat Infomedics in deze procedure bij de opbouw van haar vordering uit van een oorspronkelijke hoofdsom van € 315,00, waarop pas na het moment dat [gedaagde] met betaling van dat bedrag in verzuim is geraakt een bedrag van € 252,00 in mindering is gebracht. Dit strookt echter niet met de factuur die Infomedics op 21 juni 2019 aan [gedaagde] verstuurd heeft. Bij die factuur is immers uitgegaan van een door [gedaagde] te betalen bedrag van € 63,00, zodat [gedaagde] nimmer een hoger bedrag aan Infomedics verschuldigd is geweest. [gedaagde] heeft de verschuldigdheid van het in rekening gebrachte bedrag van € 63,00 niet betwist. Dit bedrag zal daarom worden toegewezen.
4.2.
Nu [gedaagde] met betaling van voornoemd bedrag van € 63,00 in gebreke is gebleven, is zij in verzuim geraakt. Zij is daarom op grond van artikel 6:119 BW wettelijke rente verschuldigd geworden. De verschenen rente lijkt te zijn berekend over een oorspronkelijke hoofdsom van € 315,00 en zal daarom worden afgewezen. De wettelijke rente wordt toegewezen zoals hierna vermeld.
4.3.
Infomedics maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Nu de door Infomedics op 2 augustus 2019 verzonden aanmaning voldoet aan de eisen die artikel 6:96, zesde lid BW daaraan stelt is [gedaagde] een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. De gevorderde vergoeding van € 40,00 sluit aan bij het in het Besluit bepaalde tarief en zal daarom worden toegewezen.
4.4.
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
4.5.
[gedaagde] heeft verzocht de (proces)kosten te matigen. Op grond van artikel 237 lid 1 Rv wordt de partij die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, veroordeeld in de proceskosten. [gedaagde] is in deze procedure aan te merken als de in het ongelijk gestelde partij en wordt daarom in de proceskosten van Famed veroordeeld. De door [gedaagde] aangevoerde (financiële) omstandigheden - hoe vervelend deze ook voor [gedaagde] zijn - leveren geen grond op om de proceskosten te matigen of te compenseren. Dat verweer wordt daarom verworpen. [gedaagde] wordt dan ook als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 63,00 aan hoofdsom en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over een bedrag van € 63,00 vanaf de dag dat [gedaagde] met betaling van dat bedrag in verzuim is geraakt tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 210,85 aan verschotten (waarvan € 86,85 aan dagvaardingskosten en € 124,00 aan griffierecht) en € 36,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
32109