ECLI:NL:RBROT:2020:4199

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 mei 2020
Publicatiedatum
8 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595571 / FA RK 20-2949
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 1 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek was ingediend op 24 april 2020 en betrof een betrokkene die thans verblijft in Antes GGZ, locatie Bouman te Rotterdam. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de officier niet ter zitting verscheen. De rechtbank heeft de medische verklaring van psychiater M. Popal en andere relevante documenten in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene, die lijdt aan een schizofreniforme stoornis, verplichte zorg nodig heeft om ernstig nadeel af te wenden. Dit ernstig nadeel omvat lichamelijk letsel bij anderen en ernstige zelfverwaarlozing. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 1 november 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp en schriftelijk uitgewerkt op 7 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595571 / FA RK 20-2949
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 1 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te ’ [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes GGZ, locatie Bouman te Rotterdam,
advocaat mr. L.A. Middelkoop te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 24 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door M. Popal, psychiater, van 27 maart 2020;
 de zorgkaart van 7 april 2020;
 het zorgplan van 7 april 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 1 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 P. Jong Baw, ambulant psychiater, verbonden aan FACT-team;
 N. Celikoglu, psychiater i.o., verbonden aan Antes GGZ, locatie Bouman.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Betrokkene erkent dat hij vaker psychotisch ontregeld is. Voor zover betrokkene dat stelt, volgt de rechtbank hem niet in de stelling dat dit voortkomt uit drugsgebruik alleen en niet (ook) uit een stoornis. Gelet op de medische verklaring en de toelichting van de klinisch psychiater tijdens de mondelinge behandeling volgt de rechtbank het standpunt dat sprake is van een schizofreniforme stoornis waardoor hij gevoelig is voor psychoses. Vanuit die gevoeligheid lokt het gebruik van drugs een psychotische ontregeling uit.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel (ernstig lichamelijk letsel bij anderen, ernstige psychische schade bij betrokkene zelf, ernstige zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang van betrokkene).
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene stabiel te houden, heeft betrokkene verplichte zorg nodig. De volgende vorm van verplichte zorg is noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze nu niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.2.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.3.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregel zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1. kan worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 november 2020.
Deze beschikking is op 1 mei 2020 mondeling gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 7 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.