ECLI:NL:RBROT:2020:4272
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op verzoek van het CIZ
Op 8 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, ingediend door het CIZ. Het verzoekschrift werd op 23 april 2020 ingediend, vergezeld van relevante bijlagen, waaronder een indicatiebesluit en een medische verklaring. Vanwege de coronamaatregelen vond de mondelinge behandeling telefonisch plaats, waarbij de cliënt, haar advocaat, haar zoon en haar behandelaren aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelde of aan de criteria voor het verlenen van een rechterlijke machtiging was voldaan. De cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeerde dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om dit ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden beschikbaar zijn. Ondanks het verzet van de cliënt tegen opname, oordeelde de rechtbank dat de situatie dit noodzakelijk maakte.
De rechtbank verleende de machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden, tot en met 8 november 2020. Deze beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 12 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.