ECLI:NL:RBROT:2020:4273
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing zorgmachtiging op basis van vrijwillige behandeling en psychische stoornis
Op 8 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoek was ingediend op 1 mei 2020 en betrof een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een psychotische ontregeling. De betrokkene had eind januari 2020 op eigen initiatief haar medicatie stopgezet, wat leidde tot een recidief van psychotische episodes en problematisch gedrag. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 mei 2020, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd de betrokkene gehoord, samen met haar advocaat en andere betrokkenen zoals een maatschappelijk werker en een arts.
De rechtbank beoordeelde of aan de criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging werd voldaan, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechter concludeerde dat, hoewel de betrokkene een psychische stoornis had, zij bereid was om haar medicatie in te nemen en de afspraken met haar behandelaren na te komen. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om aan de bereidheid van de betrokkene te twijfelen en dat er geen noodzaak was voor verplichte zorg, aangezien de betrokkene in staat was om vrijwillig behandeling te accepteren.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 12 mei 2020.