ECLI:NL:RBROT:2020:4274

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
12 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595407 / FA RK 20-2869
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met recidiverende psychoses

Op 6 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 22 april 2020, en was gebaseerd op een mondelinge behandeling waarbij de betrokkene en zijn advocaat, alsook een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, telefonisch zijn gehoord. De rechtbank concludeerde dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De betrokkene ontkent zijn diagnose en is niet bereid om vrijwillige zorg te accepteren, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn voor de noodzakelijke zorg en dat de voorgestelde maatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, evenredig en effectief zijn. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 6 november 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter S.H. Poiesz en schriftelijk uitgewerkt op 12 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595407 / FA RK 20-2869
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 6 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode] [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. R.A.F. Jansen te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 22 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door M.H. de Jong, psychiater, van 15 april 2020;
 de zorgkaart van 14 april 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 7 april 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam spv-er] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, verbonden aan Yulius GGZ.
 ouders van betrokkene.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel alsmede ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Bij betrokkene is sprake van recidiverende psychoses in het kader van schizofrenie. Bij betrokkene blijkt een patroon te bestaan van stoppen met medicatie waarna decompensatie optreedt. Betrokkene ontkent de gestelde diagnose en hij wil hierdoor de zorg en de noodzakelijke medicatie staken. Betrokkene is woonachtig bij zijn ouders. Dit maakt dat bij een psychotische decompensatie de situatie ingewikkelder en kwetsbaarder wordt door de interactie tussen de ouders en betrokkene. Betrokkene vertoont dan onvoorspelbaar gedrag, is achterdochtig en kan agressief zijn. De zorgmachtiging is noodzakelijk om psychoses te voorkomen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige verklaart ter zitting dat het bij betrokkene ontbreekt aan intrinsieke motivatie, zeker wanneer het minder goed gaat. De zorgmachtiging is nodig om ervoor te zorgen dat betrokkene zijn medicatie inneemt en op controle komt. Als dit mis gaat en betrokkene decompenseert is een (kortdurende) opname noodzakelijk en om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie;
 het verrichten van medische controles;
 beperken van de bewegingsvrijheid, bij een eventuele opname;
 het insluiten, bij een eventuele opname;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, bij een eventuele opname;
 het onderzoek aan kleding of lichaam, bij een eventuele opname;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen, bij een eventuele opname;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, bij een eventuele opname;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, bij een eventuele opname;
 het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, bij een eventuele opname;
 het opnemen in een accommodatie, bij een eventuele opname.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 november 2020.
Deze beschikking is op 6 mei 2020 mondeling gegeven door mr. S.H. Poiesz, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 12 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.