ECLI:NL:RBROT:2020:4276
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een zorgmachtiging voor een verkorte duur van drie maanden op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 8 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres, op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek was ingediend op 22 april 2020 en was gebaseerd op een medische verklaring van psychiater S.M. Kooper, waarin werd vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizofreniforme stoornis en een stoornis in het gebruik van middelen. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 mei 2020, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. P.T.M. de Haan, aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren en de betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling te accepteren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een verkorte duur van drie maanden, tot en met 8 augustus 2020, en bepaalde dat de betrokkene medicatie moest blijven gebruiken en contact moest houden met zijn ambulant behandelaren.
De beschikking is op 8 mei 2020 mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en op 12 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.