ECLI:NL:RBROT:2020:4278
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf van een psychogeriatrische cliënt
Op 8 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek van het CIZ voor een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf van een cliënt in een geregistreerde accommodatie, zoals bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten Alzheimer, heeft 24-uurs zorg nodig die niet in een ambulant kader kan worden geboden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de cliënt leidt tot ernstig nadeel, en dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om dit ernstige nadeel te voorkomen.
De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de cliënt en haar advocaat aanwezig waren, evenals een specialist ouderengeneeskunde. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling. Het is gebleken dat de cliënt zich verzet tegen de voortzetting van het verblijf, maar de rechtbank oordeelt dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstige nadeel te voorkomen.
De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 8 november 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 12 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.