Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 6 februari 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiseres, Zilveren Kruis, vorderde betaling van een achterstand in zorgpremies van de gedaagde, die een zorgverzekering had afgesloten bij Zilveren Kruis. De gedaagde had een betalingsachterstand van € 363,51 opgebouwd over de maanden november 2019 tot en met januari 2020. Zilveren Kruis vorderde in totaal € 412,33, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, die voortvloeiden uit de wanbetaling van de gedaagde.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de hoogte en verschuldigdheid van het bedrag niet heeft betwist, maar wel zijn financiële situatie heeft uiteengezet, waarbij hij aangaf zonder werk te zijn en de intentie om te betalen te hebben, maar zonder inkomen niet in staat te zijn om te betalen. De kantonrechter oordeelde echter dat de financiële omstandigheden van de gedaagde hem niet ontsloegen van zijn betalingsverplichting. De vordering van Zilveren Kruis werd dan ook toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 en de wettelijke rente van € 0,42 tot de dag van dagvaarding.
De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Zilveren Kruis zijn vastgesteld op € 229,04 aan verschotten en € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.