In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 mei 2020 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 28 mei 2020, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verdere verlenging tot aan de meerderjarigheid van [naam kind]. Dit verzoek is gedaan in het licht van ernstige zorgen over de ontwikkeling van [naam kind], die niet naar school gaat, geen hulp wil accepteren en recentelijk is opgepakt voor verdenking van heling. De ouders van [naam kind] steunen het verzoek van de GI, omdat zij zich grote zorgen maken over zijn gedrag en ontwikkeling.
De kinderrechter heeft, gezien de huidige uitzonderlijke omstandigheden door de COVID-19 pandemie, besloten om de zaak zonder verdere mondelinge behandeling te beoordelen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat er sprake is van fors schoolverzuim en zelfbepalend gedrag. De kinderrechter is van oordeel dat het noodzakelijk is dat de jeugdbeschermer betrokken blijft om passende hulpverlening te kunnen bieden en [naam kind] te begeleiden in zijn gedrag.
De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 2 september 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.