ECLI:NL:RBROT:2020:4309

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 mei 2020
Publicatiedatum
14 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595268 / JE RK 20-1107
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming tijdens COVID-19

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 mei 2020 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 28 mei 2020, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verdere verlenging tot aan de meerderjarigheid van [naam kind]. Dit verzoek is gedaan in het licht van ernstige zorgen over de ontwikkeling van [naam kind], die niet naar school gaat, geen hulp wil accepteren en recentelijk is opgepakt voor verdenking van heling. De ouders van [naam kind] steunen het verzoek van de GI, omdat zij zich grote zorgen maken over zijn gedrag en ontwikkeling.

De kinderrechter heeft, gezien de huidige uitzonderlijke omstandigheden door de COVID-19 pandemie, besloten om de zaak zonder verdere mondelinge behandeling te beoordelen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat er sprake is van fors schoolverzuim en zelfbepalend gedrag. De kinderrechter is van oordeel dat het noodzakelijk is dat de jeugdbeschermer betrokken blijft om passende hulpverlening te kunnen bieden en [naam kind] te begeleiden in zijn gedrag.

De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 2 september 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/595268 / JE RK 20-1107
datum uitspraak: 1 mei 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2002 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 17 april 2020, ingekomen bij de griffie op 21 april 2020.
Op 1 mei 2020 zou de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandelen.
Omdat in verband met het COVID-19 virus de rechtbanken slechts zeer beperkt toegankelijk zijn, zijn betrokkenen in de gelegenheid gesteld om telefonisch gehoord te worden.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
[naam kind] was niet bereikbaar om telefonisch gehoord te worden. Hij verblijft momenteel op het politiebureau.
De kinderrechter is van oordeel dat deze manier van horen – gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – op dit moment voldoende is om tot een goed oordeel te komen en zal daarom een beslissing nemen, zonder verdere mondelinge behandeling.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 17 mei 2019 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 28 mei 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot aan zijn meerderjarigheid.
De GI heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het gaat niet goed met [naam kind] . Hij gaat niet naar school, heeft geen dagbesteding en wil niet meewerken aan de hulpverlening. In de thuissituatie durft niemand [naam kind] aan te spreken uit angst voor escalaties. [naam kind] is op 29 april 2020 opgepakt vanwege verdenking van heling. In januari 2020 is hij ook al opgepakt vanwege verdenking van afpersing met geweld. Er is geprobeerd om FAST van de Waag in te zetten, maar [naam kind] heeft zich onbehoorlijk gedragen tijdens de intake. De Waag heeft toen Topzorg geadviseerd. Zij zijn bereid om een intake te plannen, maar [naam kind] wil eerst meer informatie over dit programma. Al met al loopt het erg stroef en zijn er ernstige zorgen over de situatie van [naam kind] . Een verlenging van de ondertoezichtstelling is daarom noodzakelijk.

De standpunten

De moeder is het eens met het verzoek van de GI. Zij maakt zich zorgen over [naam kind] omdat hij niet luistert, de afspraken niet nakomt, niet naar school gaat, geen werk kan vinden en geen hulp wil.
De vader maakt zich ook grote zorgen over [naam kind] en is van mening dat hij hulp nodig heeft.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind] vertoont in de thuissituatie zelfbepalend gedrag en er is sprake van fors schoolverzuim. Daarnaast wordt [naam kind] verdacht van strafbare feiten en is hij op dit moment weer opgepakt vanwege verdenking van heling. De noodzakelijke hulpverlening vanuit de Waag is niet van de grond gekomen omdat [naam kind] zich tijdens de intake negatief heeft gedragen. Bekeken wordt of Topzorg ingezet kan worden. Vanwege de ernstige zorgen over de ontwikkeling van [naam kind] is de kinderrechter met de GI en de ouders van oordeel dat het van belang is dat de jeugdbeschermer nog betrokken blijft om passende hulpverlening in te zetten en [naam kind] bij te sturen in zijn gedrag.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [naam kind] daarom verlengen tot aan zijn meerderjarigheid.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 2 september 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2020 door
mr. F. Aukema-Hartog, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.R. van Staveren als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.