4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 1] , door in die periode
-veelvuldig e-mailberichten te sturen en
-e-mailberichten en Facebook Messengerberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en politierechercheurs en de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en [naam paardenvereniging 2] en Veilig Thuis en Antesgroep en omroep SBS6 en andere ontvangers waarin verdachte die [naam slachtoffer 1] beschuldigt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een bericht te plaatsen op een openbaar Facebook account waarin die [naam slachtoffer 1] beschuldigd wordt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en vervolgens dat filmpje via een openbaar Facebook-account te verspreiden en
-zich op te houden nabij de woning van die [naam slachtoffer 1]
met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij op 19 november 2019 te Rotterdam en/of Dordrecht, althans in Nederland gegevens heeft doorgegeven, met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat
op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig was, waardoor een ontploffing kon worden teweeggebracht, immers heeft hij, verdachte, het noodnummer 112 gebeld en medegedeeld dat hij een bom van een halve kilo met een bepaalde stof had neergelegd bij het politiebureau in Dordrecht en dat hij zich
bedreigd voelde door het politiebureau Dordrecht en dat hij een bom had neergelegd om zich zelf te beschermen en dat de stof Karsentaniel in de bom zou zitten;
3
hij in de periode van 11 oktober 2019 tot en met 17 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 3] , door in die periode
-e-mailberichten te sturen naar het e-mailadres van het bedrijf van die [naam slachtoffer 3] en
-e-mailberichten gericht aan die [naam slachtoffer 3] tevens te versturen naar anderen waaronder collega's van die [naam slachtoffer 3] werkzaam bij het bedrijf [naam bedrijf] en rechercheurs van de politie, de griffie van de gemeenteraad in Zwijndrecht, de Rabobank, [naam slachtoffer 2] en de moeder van [naam persoon 1] waarin die [naam slachtoffer 3] beschuldigd wordt van fraude en corruptie en
-een klacht in te dienen bij de Rabobank waarin verdachte stelt dat die [naam slachtoffer 3] frauduleuze handelingen heeft verricht en
-naar de woning van die [naam slachtoffer 3] te gaan en zich nabij de woning van die [naam slachtoffer 3] op te houden
met het oogmerk die [naam slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
4
hij in de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 2] , door in die periode
- te bellen en
- te bellen waarbij hij zich voordeed als politie rechercheur en dokter en
- e-mailberichten en whatsappberichten en iMessageberichten te sturen en
- e-mailberichten te sturen aan de collega's van die [naam slachtoffer 2] en het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en [naam paardenvereniging 2] en politierechercheurs en privé-rechercheur [naam slachtoffer 4] en Antesgroep en de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en Veilig Thuis en omroep SBS6 en Peter R. de
Vries en andere bekenden van die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte die [naam slachtoffer 2] beschuldigt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
- een brief te versturen naar die [naam slachtoffer 2] en
- iMessageberichten te versturen aan die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte zich voordoet als [naam persoon 1] en
- een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en vervolgens dat filmpje via een openbaar Facebook-account te verspreiden en
-zich op te houden nabij de woning van die [naam slachtoffer 2]
met het oogmerk die [naam slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
5
hij in de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door in die periode
-e-mailberichten en Facebook Messengerberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en [naam paardenvereniging 2] en de politierechercheurs en de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en Veilig Thuis en Antesgroep en omroep SBS6 en andere ontvangers waarin verdachte die [naam slachtoffer 1]
beschuldigt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een bericht te plaatsen op een openbaar Facebook account waarin die [naam slachtoffer 1] beschuldigd wordt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en vervolgens dat filmpje via een openbaar Facebook-account te verspreiden;
6
hij in de periode van 11 oktober 2019 tot en met 17 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 3] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door
-e-mailberichten te sturen naar het e-mailadres van het bedrijf van die [naam slachtoffer 3] en
-e-mailberichten gericht aan die [naam slachtoffer 3] tevens te versturen naar anderen waaronder collega's van die [naam slachtoffer 3] werkzaam bij het bedrijf [naam bedrijf] en rechercheurs van de politie, de griffie van de gemeenteraad in Zwijndrecht, de Rabobank, [naam slachtoffer 2] en de
moeder van [naam persoon 1] waarin die [naam slachtoffer 3] beschuldigd wordt van fraude en corruptie en
-een klacht in te dienen bij de Rabobank waarin verdachte stelt dat die [naam slachtoffer 3] frauduleuze handelingen heeft verricht;
7
hij in de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 2] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door in die periode
- e-mailberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en de collega's van die [naam slachtoffer 2] en privé-rechercheur [naam slachtoffer 4] en politierechercheurs en de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en [naam paardenvereniging 2] en Veilig Thuis en Antesgroep en omroep SBS6 en Peter R. de Vries en andere bekenden van die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte die [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 1] beschuldigt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en vervolgens dat filmpje via een openbaar Facebook-account te verspreiden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.