ECLI:NL:RBROT:2020:4474
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam
Op 12 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 10 mei 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij de rechtbank op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Dit nadeel werd veroorzaakt door het gedrag van de betrokkene, die lijdt aan verslavings-, neurocognitieve- en persoonlijkheidsstoornissen. De rechtbank oordeelde dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 mei 2020 zijn de betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een arts van Antes GGZ. De rechtbank achtte het noodzakelijk om verschillende vormen van verplichte zorg toe te passen, waaronder het beperken van de bewegingsvrijheid en het insluiten van de betrokkene. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 2 juni 2020. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 19 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.