ECLI:NL:RBROT:2020:4478

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
19 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595664 / FA RK 20-3002
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en verslavingsstoornissen

Op 12 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend voor een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en verslavingsstoornissen. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 28 april 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die in een beschermde woonvorm verblijft, onvoldoende bereid is om zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder een psychiater en een verpleegkundige van Antes GGZ. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 6 november 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 19 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595664 / FA RK 20-3002
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 12 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] , Turkije,
hierna: betrokkene,
wonende te Antes GGZ, BW Albrandswaard Albrandswaardsedijk 136, 3172 TK Poortugaal, gemeente Albrandswaard,
advocaat mr. D.H. van Tongerlo te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 28 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door R. Meuldijk, psychiater, van 16 april 2020;
 het zorgplan van 23 maart 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz, en
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn conform artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 F. van Essen, psychiater en
 C. van Lelie, verpleegkundige, beiden verbonden aan Antes GGZ.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van een persoon wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor een persoon geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van een persoon te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van een persoon te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene in de voorliggende zaak lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelengerelateerde en verslavingsstoornissen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang alsmede de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie in combinatie met alcohol- en cannabis gebruik. Betrokkene kent een lang verleden met recidiverende psychoses met allerlei ernstige gevolgen. Een nieuwe terugval in fors alcoholgebruik, en daarmee het ontstaan van een psychotisch toestandsbeeld, kan leiden tot zorgmijding, medicatieontrouw en overlastgevend gedrag. Daarnaast bestaat het risico op ernstige somatische complicaties, zoals het ontwikkelen van Korsakov en een verslechtering van de leverfuncties. Betrokkene heeft een beperkt ziekte-inzicht en -besef maar hij erkent wel de risico’s die overmatig alcoholgebruik met zich brengt. Betrokkene woont in een beschermde woonvorm waar hij goed functioneert door de geboden dagstructuur en werkzaamheden.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het verrichten van medische controles;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, alleen voor wat betreft alcohol, en
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 november 2020.
Deze beschikking is op 12 mei 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 19 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.