ECLI:NL:RBROT:2020:4479

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
19 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595723 / FA RK 20-3028
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en verslavingsstoornissen

Op 12 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend voor een betrokkene die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, alsook middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 29 april 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De betrokkene heeft een geschiedenis van medicatieontrouw en zorgmijding, en vertoont tijdens psychotische episoden agressief gedrag. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en om ernstig nadeel af te wenden.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder een psychiater en een psycholoog. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 12 november 2020. De rechtbank heeft de maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 19 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595723 / FA RK 20-3028
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 12 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
advocaat mr. J.G. Colombijn-Broersma te Gorinchem.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 29 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door S.V. Laurens, psychiater, van 11 maart 2020;
 de zorgkaart van 4 maart 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 20 februari 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz, en
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn conform artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 A.D. Gaspar, psychiater, en
 K. Kentin, psycholoog, beiden verbonden aan Antes GGZ.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van een persoon wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van een persoon als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor een persoon geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van een persoon te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van een persoon te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene in de voorliggende zaak lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelengerelateerde en verslavingsstoornissen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade alsmede ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene is bekend met schizofrenie en amfetaminegebruik. Er is sprake van een lang verleden binnen de GGZ, met (gedwongen) opnames, medicatieontrouw en zorgmijding. Tijdens psychotische episoden vertoond betrokkene agressief gedrag (huiselijk geweld), fors achterdochtig gedrag met paranoïde wanen en somatische wanen. Bij onvoldoende inname van antipsychotica ontstaan er psychotische belevingen. Betrokkene heeft geen ziektebesef, en ontkent zijn stoornis. Betrokkene ondervindt veel hinder van de bijwerkingen van de antipsychotica en hij is van mening dat hij daardoor af en toe speed moet blijven gebruiken om helder te kunnen denken.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Volgens de psychiater is de situatie van betrokkene nu verbeterd met gebruik van de huidige medicatie. Betrokkene was voldoende stabiel om met ontslag te gaan wat inmiddels is gebeurd. De afgelopen twee jaar verliepen wel moeizaam en het is regelmatig misgegaan maar het verblijf in de kliniek heeft hem toch goed gedaan. De situatie van betrokkene blijft echter risicovol omdat hij het niet eens is met de gestelde diagnose. Desondanks neemt hij zijn medicatie en is er sprake van gecontroleerd gebruik. Er is wel nazorg ingezet via Yulius en daarna volgt het FACT team.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen medicatie;
 het verrichten van medische controles;
 het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid, bij een opname;
 het insluiten, bij een opname en alleen wanneer absoluut noodzakelijk;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, bij een opname;
 het onderzoek aan kleding of lichaam, bij een opname;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen, bij een opname;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, bij een opname;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, bij een opname;
 het opnemen in een accommodatie, indien opname noodzakelijk.
2.2.3.
Er zijn naar het oordeel van de rechtbank geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 november 2020.
Deze beschikking is op 12 mei 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 19 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.