1.4.Artikel 1, elfde lid, van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving (hierna: de Beleidsregel) luidt: "Indien de werkgever aantoont dat hij inspanningen heeft verricht, gericht op het voorkomen van de overtreding in het concrete geval, kan dit leiden tot matiging van het al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerde normbedrag. De volgende inspanningen kunnen leiden tot een matiging van 25% per onderdeel:
a. als de risico’s van de concrete werkzaamheden voldoende zijn geïnventariseerd en een veilige werkwijze is ontwikkeld die voldoet aan de vereisten van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet;
b. als de noodzakelijke randvoorwaarden zijn gecreëerd voor het toepassen van een veilige werkwijze;
c. als er adequate instructies zijn gegeven;
d. als er adequaat toezicht is gehouden."
2. Aan de boeteoplegging heeft verweerder een door de arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW opgesteld boeterapport van 9 februari 2017 ten grondslag gelegd. Het boeterapport vermeldt dat op 23 juli 2016 door twee aan eiseres ter beschikking gestelde werknemers [naam 2] (hierna: [naam 2]) en [naam 3] werkzaamheden zijn verricht, verband houdende met het lossen van goederen van een duwbak de ‘[naam duwbak]’. De [naam duwbak] lag afgemeerd in het water en was aan de bovenkant voorzien van luiken. Aan de buitenkant van de duwbak, rondom de luiken, bevond zich een gangpad waar gelopen kon worden. De breedte van het gangpad was ongeveer 56 centimeter op het smalste deel en ongeveer 66 centimeter op het breedste deel. Er waren geen hekwerken of andere dergelijke voorzieningen langs het gangpad en de hoogte van het gangpad, gerekend van het gangpad met een lege [naam duwbak], tot het wateroppervlak was ongeveer 4 meter. Ten tijde van de werkzaamheden lag de [naam duwbak] afgemeerd naast een kraanponton. Dit kraanponton lag ongeveer 1 meter boven het wateroppervlak. Toen de [naam duwbak] was gelost, hebben de werknemers de luiken gesloten. Zij gebruikten spanbanden om de luiken vast te binden. Bij het vastbinden van één van de luiken constateerde [naam 2] dat de spanband te kort was. [naam 2] probeerde door aan de spanband te trekken, het tekort aan spanband, dat om de haspel was opgerold, op te heffen. Hij zette hierbij veel kracht, waardoor de haspel is gaan terugspoelen en de spanband loskwam. Het gevolg daarvan was dat hij zijn evenwicht verloor en achterover van het gangpad van de duwbak viel. Hij maakte een val van ongeveer 3 meter en kwam bij zijn val terecht op het dek van de kraanponton die lag afgemeerd langs de duwbak. Als gevolg van dit arbeidsongeval liep het slachtoffer letsel op waarvoor hij ter behandeling in een ziekenhuis is opgenomen.
3. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres artikel 3.16, vijfde lid, van het Arbobesluit heeft overtreden, omdat langs het gangpad van duwbak ‘[naam duwbak]’ geen voorzieningen waren getroffen ter voorkoming van valgevaar en dat het technisch gezien mogelijk was om gebruik te maken van veiligheidsgordels. Verweerder heeft op grond van de Beleidsregel de boete vastgesteld op € 10.800,- .