ECLI:NL:RBROT:2020:4554
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling met tijdelijke afwijkingen door coronacrisis
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 mei 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker heeft een verzoekschrift ingediend, waarbij hij werd bijgestaan door zijn beschermingsbewindvoerder. Vanwege de coronacrisis vond er geen fysieke zitting plaats; in plaats daarvan is verzoeker telefonisch gehoord op 14 mei 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen, en dat er onvoldoende gronden zijn voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft de goede trouw van verzoeker beoordeeld aan de hand van zijn schulden en de omstandigheden waaronder deze zijn ontstaan. Verzoeker heeft een aanzienlijke schuld aan De Houten Steen Holding en staat binnenkort voor de politierechter in verband met een ontnemingsmaatregel. Ondanks deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat verzoeker onder beschermingsbewind staat en zijn schulden beheersbaar zijn, wat aanleiding geeft om het verzoek tot schuldsanering toe te wijzen. De rechtbank heeft voorwaarden verbonden aan de toewijzing, waaronder het behoud van beschermingsbewind en het vervullen van mantelzorg.