In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 mei 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden, omdat de thuissituatie van [naam kind] begin 2020 is geëscaleerd. Er zijn zorgen over haar gedrag, waaronder betrokkenheid bij een vechtpartij, middelengebruik en problematische contacten. De ouders zijn niet in staat om [naam kind] de benodigde begrenzing te bieden, ondanks dat er hulpverlening is ingezet.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat de ouders onvoldoende in staat zijn om haar adequaat te begeleiden. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 11 mei 2020 tot 11 november 2020. Deze beslissing is genomen in het belang van de ontwikkeling van [naam kind] en om de ouders te ondersteunen in de opvoeding.
De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is op 26 mei 2020 vastgesteld. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.