In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 januari 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk opgelegd bij beschikking van 24 januari 2019 en zou aflopen op 24 januari 2020. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van één jaar, omdat de ouders niet in staat zijn om gezamenlijk goede afspraken te maken over de opvoeding en verzorging van de kinderen. De ouders hebben verschillende ideeën over de opvoeding en er zijn spanningen tussen hen die de ontwikkeling van de kinderen bedreigen.
Tijdens de zitting is de moeder het eens met het verzoek van de GI, terwijl de vader van mening is dat verlenging niet nodig is. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en geconcludeerd dat, ondanks dat de kinderen zelf geen problemen ervaren, de situatie tussen de ouders hen ernstig in hun ontwikkeling bedreigt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat zijn om samen te werken en dat hulp van een jeugdbeschermer noodzakelijk is. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen tot 24 januari 2021, met de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.