ECLI:NL:RBROT:2020:4582
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 21 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om de voortzetting van de op 19 april 2020 opgelegde crisismaatregel, die was genomen op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, alsook een arts van Antes, telefonisch zijn gehoord. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank verleende toestemming aan een senior rechter om de behandeling telefonisch te volgen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die lijdt aan een bipolaire I stoornis. De betrokkene had eerder op vrijwillige basis in een accommodatie verbleven, maar was tegen het advies van behandelaren met ontslag gegaan. Na escalatie van de situatie thuis, werd hij gedwongen opgenomen. De rechtbank oordeelde dat de crisismaatregel noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden, en verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken. De rechtbank bepaalde dat verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk was. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg, maar de rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren.
De beschikking is op 21 april 2020 mondeling gegeven door rechter M. van Kuilenburg en op 24 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.