ECLI:NL:RBROT:2020:4619
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing zorgmachtiging op basis van vrijwillige zorgverlening
Op 6 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 22 april 2020, was vergezeld van een medische verklaring van psychiater S.M. Kooper, een zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de betrokkene en zijn advocaat, mr. J.A. van Gemeren, gehoord, evenals A. Vosters, een ambulant psychiatrisch verpleegkundige.
De rechtbank heeft de criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging beoordeeld, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechter kan een zorgmachtiging verlenen indien er sprake is van ernstig nadeel als gevolg van een psychische stoornis en wanneer zorg op basis van vrijwilligheid niet mogelijk is. In deze zaak bleek uit de geneeskundige verklaring en de mondelinge behandeling dat de betrokkene, die zelfstandig woont en huishoudelijke hulp accepteert, zijn medicatie accepteert en niet meer opgenomen wil worden. De rechtbank concludeerde dat de benodigde zorg op vrijwillige basis kan worden verleend, waardoor verplichte zorg niet noodzakelijk was. Het verzoek van de officier werd dan ook afgewezen.
De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en op 11 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.