ECLI:NL:RBROT:2020:4623

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 mei 2020
Publicatiedatum
26 mei 2020
Zaaknummer
C/10/594619 / JE RK 20-964
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschrift inzake ondertoezichtstelling van een kind in een verwaarloosde situatie

In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 mei 2020 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarig kind, hierna te noemen [naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2017. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat [naam kind] in een verwaarloosde situatie is aangetroffen. De ouders, de vader en de moeder, hebben financiële problemen en hebben samen met [naam kind] in een stacaravan gewoond die niet geschikt was voor permanente bewoning. Er ontbraken basale voorzieningen zoals stromend water en elektriciteit, en [naam kind] werd onvoldoende in haar ontwikkeling gestimuleerd.

De kinderrechter heeft de ouders en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond gehoord via een telefonische conference call, vanwege de coronamaatregelen. De moeder en de vader hebben beiden ingestemd met het verzoek van de Raad en erkenden de zorgen over [naam kind]. De GI ondersteunt het verzoek en benadrukt dat ondertoezichtstelling noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat ouders hun afspraken met hulpverleners nakomen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de opvoedsituatie van [naam kind] ernstig bedreigd wordt door de omstandigheden waarin zij zich bevindt. Ondanks eerdere hulpverlening is de situatie niet verbeterd. De kinderrechter oordeelt dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om passende hulpverlening in te zetten en om toezicht te houden op de ontwikkeling van [naam kind]. De kinderrechter heeft daarom besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van de GI, met ingang van 7 mei 2020 tot 7 mei 2021, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/594619 / JE RK 20-964
datum uitspraak: 7 mei 2020

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,

betreffende
[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2017 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 7 april 2020, ingekomen bij de griffie op 8 april 2020.
Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020 op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. De kinderrechter heeft de betrokkenen op 7 mei 2020 telefonisch, in een zogenoemde conference call, gehoord.
Gehoord zijn, in aanwezigheid van de griffier:
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam vertegenwoordigster 1] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam
Rijnmond (hierna: de GI) [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] woont (tijdelijk) met de moeder bij grootouders moederszijde.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. [naam kind] is in een verwaarloosde situatie in een stacaravan aangetroffen. Er werd niet voldaan aan de basale randvoorwaarden, zoals onderdak en hygiëne. Door financiële problemen van ouders was er regelmatig geen stromend water en elektriciteit. Behoudens zorgen over de persoonlijke verzorging van [naam kind] heeft de Raad ook zorgen over haar taalontwikkeling en op het gebied van sociale omgang. Er lijkt sprake te zijn van onder stimulering. [naam kind] kan ook grenzeloos gedrag vertonen.

De standpunten

De GI ondersteunt het verzoek van de Raad en meent dat een ondertoezichtstelling nodig is om ervoor te zorgen dat ouders hun afspraken met hulpverleners nakomen en zodat de GI hier toezicht op kan houden. Reeds ingezette hulpverlening heeft niet de gewenste resultaten opgeleverd. Wellicht sloot de hulpverlening onvoldoende aan bij de ouders. Bij toewijzing van het verzoek van de Raad kan aan ouders passende hulpverlening worden geboden. Bezien moet worden of de ouders blijvend kunnen profiteren van de hulpverlening om de ontwikkelingsbedreiging voor [naam kind] weg te nemen.
De moeder stemt in met het verzoek van de Raad. Zij erkent de zorgen om [naam kind] en realiseert zich dat zij hulp nodig heeft om de opvoedsituatie voor [naam kind] te verbeteren.
Ook de vader stemt in met het verzoek van de Raad en erkent – net als de moeder – de zorgen om [naam kind] . De vader is eveneens bereid om hulpverlening te accepteren om de opvoedsituatie van [naam kind] te veranderen. Beide ouders geven aan dat zij het beste voor [naam kind] willen. Zij hoopten dat zij haar in betere omstandigheden konden brengen maar het lukte maar niet om goede huisvesting te vinden.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en hetgeen door partijen telefonisch naar voren is gebracht, blijkt dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Er bestaan zorgen over de opvoedsituatie van [naam kind] . De ouders hebben door financiële problemen lange tijd samen met [naam kind] in een stacaravan gewoond die niet geschikt was voor langdurige, permanente bewoning. Zo ontbrak het aan elementaire voorzieningen en [naam kind] werd onvoldoende voorzien in haar basisbehoeften. Ook is [naam kind] door de ouders onvoldoende in haar ontwikkeling gestimuleerd. Hierdoor is er bij haar sprake van een ontwikkelingsachterstand. Ondanks de inzet van hulpverlening vanuit Stichting Phlinq en Careyn is het de ouders niet gelukt om de zorgen af te wenden, want nog steeds hebben de ouders hun persoonlijke situatie niet op orde gekregen. Positief is dat zij inmiddels een urgentieverklaring hebben ontvangen voor het verkrijgen van een zelfstandige woning, maar de kinderrechter is van oordeel dat de ouders te lang niet de juiste keuzes hebben weten te maken in het belang van [naam kind] en daarom opvoedondersteuning nodig hebben. Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat een ondertoezichtstelling van [naam kind] noodzakelijk is om passende hulpverlening in te zetten, de ouders te ondersteunen en om zicht te houden op de ontwikkeling en opvoedsituatie van [naam kind] .
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 7 mei 2020 tot 7 mei 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans als griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 25 mei 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.