In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 mei 2020 een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind], geboren in 2004 in Irak. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 23 mei 2019 en zou aflopen op 23 mei 2020. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling, omdat er zorgen zijn over de sociaal-emotionele ontwikkeling van [naam kind] en de gedragsproblemen die hij vertoont. De ouders hebben een positieve ontwikkeling doorgemaakt tijdens de ambulante spoedhulp, maar niet alle ontwikkelingsbedreigingen zijn weggenomen. De kinderrechter heeft partijen telefonisch gehoord, gezien de coronamaatregelen, en heeft besloten de ondertoezichtstelling voor een periode van vier maanden te verlengen tot 23 september 2020. Dit biedt de mogelijkheid voor een tussentijds toetsmoment om de voortgang van de hulpverlening te evalueren. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de pro forma-datum op 1 september 2020 te rapporteren over de stand van zaken. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 25 mei 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.