Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen AnderZorg N.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. De zaak betreft de vraag of de gedaagde gehouden is om zorgkosten te betalen die door AnderZorg in rekening zijn gebracht. De gedaagde had een zorgverzekering afgesloten bij AnderZorg en was op grond van deze overeenkomst verplicht om premie en eventuele zorgkosten te betalen. AnderZorg vorderde een bedrag van € 285,93, inclusief wettelijke rente, van de gedaagde, die in verweer ging tegen de hoogte van de kosten en de rechtmatigheid van de doorverwijzing door de huisarts.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een zorgovereenkomst bestaat tussen AnderZorg en de gedaagde en dat de gedaagde een consult heeft gehad bij een zorgverlener. De gedaagde betwistte de kosten van het consult, omdat hij na korte tijd door de zorgverlener was weggestuurd. De kantonrechter oordeelde echter dat de zorgverlener in redelijkheid kosten in rekening mocht brengen, ongeacht de korte duur van het consult. De gedaagde was gehouden om de gevorderde kosten te betalen, en de vordering van AnderZorg werd toegewezen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten en de wettelijke rente werd eveneens toegewezen.
De beslissing van de kantonrechter benadrukt dat de zorgverlener tijd heeft vrijgemaakt voor de gedaagde en dat de vraag of de huisarts correct heeft doorverwezen niet in deze procedure aan de orde is. De kantonrechter heeft de vordering van AnderZorg volledig toegewezen en de gedaagde in de proceskosten veroordeeld.