ECLI:NL:RBROT:2020:4673

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 mei 2020
Publicatiedatum
28 mei 2020
Zaaknummer
C/10/583652 / HA ZA 19-932
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap met verzoek om nadere informatie

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het de afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen de man en de vrouw. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 19 februari 2020 aan beide partijen verzocht om nadere informatie te verstrekken. De vrouw heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij voor de woning aan een bepaald adres na aftrek van hypotheek en kosten een bedrag van € 53.069,58 heeft ontvangen. De man heeft recht op de helft van dit bedrag, wat betekent dat hij recht heeft op € 26.534,79.

Daarnaast heeft de vrouw geen informatie verschaft over een levensverzekeringspolis, waarvan de man stelt dat deze is afgesloten in verband met de hypothecaire lening voor de woning. De waarde van deze polis wordt door de man geschat op € 15.000,00. De rechtbank heeft de vrouw de gelegenheid gegeven om zich over deze polis uit te laten, om een volgende procedure of onnodig hoger beroep te voorkomen.

De man heeft verder gesteld dat de waarde van de woning in Turkije € 21.111,00 bedraagt en dat hij € 10.000,00 van zijn broer heeft geleend voor de aankoop van deze woning. Ook heeft hij aangegeven dat een auto in Turkije in 2015 is verkocht voor een bedrag van € 3.148,12. De man heeft per saldo recht op € 19.405,23. De vrouw heeft op deze stellingen nog niet kunnen reageren, maar zal daartoe nog in de gelegenheid worden gesteld. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol van 10 juni 2020 voor een nadere conclusie door de vrouw, waarbij de man ook nog mag reageren. De verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer: C/10/583652 / HA ZA 19-932
vonnis van 13 mei 2020
in de zaak van
[naam eiser] ,
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser,
advocaat mr. S. Kandemir,
tegen
[naam gedaagde] ,
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
advocaat mr. N. Turkkol.
Partijen worden aangeduid als ‘de man’ en ‘de vrouw’.

1..De procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 19 februari 2020;
- de conclusie van de vrouw met producties;
- de conclusie van de man met producties.

2..De verdere beoordeling

2.1
In het tussenvonnis is aan beide partijen nadere informatie gevraagd.
2.2
De vrouw heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij voor de woning aan de [adres] na aftrek van hypotheek en kosten € 53.069,58 heeft ontvangen. De man heeft recht op de helft van dit bedrag.
2.3
De vrouw heeft geen informatie verschaft over een levensverzekeringspolis. De man stelt in een eerder stadium van de procedure dat deze polis is afgesloten in verband met de hypothecaire lening voor [adres] en dat de waarde van deze polis € 15.0000,00 bedraagt. Als de vrouw dit niet weerspreekt, staat een en ander vast en zal zij de helft van dit bedrag aan de man moeten betalen. Zij krijgt nog (een laatste) gelegenheid om zich over de levensverzekeringspolis uit te laten. Een en ander om een volgende procedure of onnodig hoger beroep over dit punt te voorkomen.
2.4
De man stelt het volgende.
De waarde van de woning in Turkije bedraagt € 21.111,00 en de man heeft € 10.000,00 van zijn broer heeft geleend om de woning te kopen.
De auto in Turkije is in 2015 verkocht voor (omgerekend naar de koers in 2015) € 3.148,12.
De man heeft per saldo recht heeft op € 19.405,23.
2.5
De vrouw heeft op deze laatste stellingen niet kunnen reageren. Zij zal daartoe nog in de gelegenheid worden gesteld. De man zal daarop nog mogen reageren.

3..De beslissing

De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 10 juni 2020 voor een nadere conclusie door de vrouw;
verstaat dat de man daarop nog mag reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr J.C. Halk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
350