Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 (drie) jaren, met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het over de verdachte opgestelde reclasseringsrapport van 17 december 2019, met uitzondering van het geadviseerde locatieverbod.
4.Waardering van het bewijs
n,
5.Strafbaarheid feit
poging tot afpersing.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden;
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;