In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 mei 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld in het kader van de coronamaatregelen, waarbij geen fysieke zitting heeft plaatsgevonden. De betrokkenen zijn telefonisch gehoord, waaronder de minderjarige, de moeder, de vader en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI). De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds zijn plaatsing in de gesloten jeugdhulp een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat hij gemotiveerd is om zijn gedrag te veranderen. De ouders hebben ingestemd met de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om toezicht te houden op de voortgang van de minderjarige in zijn behandeltraject bij Yes We Can. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 26 december 2020 en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, zowel in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder als bij de vader met gezag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.