ECLI:NL:RBROT:2020:4749

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2020
Publicatiedatum
2 juni 2020
Zaaknummer
C/10/595346 / JE RK 20-1134
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg tijdens coronamaatregelen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 19 mei 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten jeugdhulpinstelling en is onder toezicht gesteld tot 20 november 2020. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft een verzoek ingediend om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen, maar dit verzoek is gewijzigd naar een machtiging tot uithuisplaatsing bij de grootouders in Frankrijk, gezien de huidige situatie rondom de coronamaatregelen die de grenzen sluiten.

Tijdens de telefonische behandeling, die plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de minderjarige, de ouders en een vertegenwoordiger van de GI gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders instemmen met het verzoek van de GI en dat er voorwaarden zijn opgesteld voor de minderjarige, waaronder het verplicht innemen van medicatie en begeleiding bij het verlaten van de woning. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de uithuisplaatsing in het belang van de minderjarige is, gezien zijn psychische en gedragsproblematiek. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met de nadruk dat de overbruggingsperiode bij de moeder zo kort mogelijk dient te zijn.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 29 mei 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/595346 / JE RK 20-1134
datum uitspraak: 19 mei 2020

beschikking machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2002 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 8 mei 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het e-mailbericht met bijlage van de GI van 13 mei 2020.
Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020 op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. Gelet hierop heeft de kinderrechter de betrokkenen op 19 mei 2020 telefonisch gehoord.
Gehoord zijn, in aanwezigheid van de griffier:
- de minderjarige [voornaam minderjarige] , die tevens voorafgaand aan de telefonische behandeling apart is gehoord, bijgestaan door mr. H.J. Naber,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling Harreveld.
Bij beschikking van 14 februari 2020 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 20 november 2020. Bij deze beschikking is tevens een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 19 februari 2020 tot 19 mei 2020, en aansluitend een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder.
Bij beschikking van 8 mei 2020 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 19 mei 2020 tot 26 mei 2020. Het overig verzochte is aangehouden.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven tot aan de meerderjarigheid van [voornaam minderjarige] . Bij e-mailbericht van 13 mei 2020 heeft de GI dit verzoek gewijzigd, in die zin dat thans een machtiging tot uithuisplaatsing binnen het netwerk, te weten bij de grootouders in Frankrijk, wordt verzocht.

Het standpunt van verzoeker

De GI heeft het gewijzigde verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het is de bedoeling dat [voornaam minderjarige] naar zijn grootouders in Frankrijk gaat. Vanwege de maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus zijn de grenzen echter gesloten. Er is contact met verschillende ministeries en met de Franse grenspolitie. De GI en de ouders hebben al veel stukken overgelegd om een grensovergang mogelijk te maken, maar er is nog geen toestemming gegeven.

Het standpunt van belanghebbenden

De vader heeft te kennen gegeven het eens te zijn met het gewijzigde verzoek van de GI. Hij is in gesprek met het Franse consulaat om de verhuizing van [voornaam minderjarige] naar Frankrijk mogelijk te maken.
De moeder heeft aangegeven in te stemmen met het verzoek van de GI. Als het nodig is dat [voornaam minderjarige] ter overbrugging bij haar moet verblijven, is dat mogelijk. Er zijn voorwaarden opgesteld waar [voornaam minderjarige] en de moeder zich dan aan moeten houden.
Namens en door [voornaam minderjarige] is ingestemd met het gewijzigde verzoek. [voornaam minderjarige] heeft de voorwaarden die zouden gelden voor een verblijf bij de moeder en een verblijf bij de grootouders mede opgesteld en heeft aangegeven zich aan de voorwaarden te zullen houden.

De beoordeling

De kinderrechter is van oordeel dat in deze zaak telefonisch horen voldoende is om tot een goed oordeel te komen over het verzoek en zal daarom een beslissing nemen, zonder verdere mondelinge behandeling.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen namens en door betrokkenen naar voren is gebracht is het volgende gebleken. Bij [voornaam minderjarige] is sprake van psychische problematiek en gedragsproblematiek. Hij heeft moeite met het reguleren van zijn emoties. [voornaam minderjarige] verblijft sinds 19 november 2019 binnen de gesloten jeugdhulp. Vanwege de ernstige gedragsproblematiek is er geen passende vervolgplek voor hem gevonden binnen de jeugdhulp. Alle betrokkenen zijn het erover eens dat een gesloten plaatsing niet langer passend is voor [voornaam minderjarige] en dat het voor het vervolg van zijn behandeling het beste is wanneer hij bij zijn grootouders in Frankrijk kan verblijven. Hier heeft [voornaam minderjarige] eerder verbleven. Hij kwam er tot rust en was beter aan te sturen in zijn gedrag. In Frankrijk kan [voornaam minderjarige] zijn schoolgang continueren en zal hij periodiek contact hebben met een psycholoog en psychiater. Om de plaatsing van [voornaam minderjarige] bij zijn grootouders te laten slagen, dient hij zich aan de volgende voorwaarden te houden:
- [voornaam minderjarige] moet verplicht zijn medicatie innemen;
- [voornaam minderjarige] mag alleen van het land van grootouders af onder begeleiding;
- [voornaam minderjarige] wordt gecontroleerd op zijn computer- en telefoongebruik;
- [voornaam minderjarige] werkt mee aan ambulante zorg;
- [voornaam minderjarige] gebruikt geen verdovende middelen.
[voornaam minderjarige] heeft tijdens de telefonische behandeling ingestemd met deze voorwaarden.
De verhuizing naar Frankrijk wordt echter momenteel bemoeilijkt door de maatregelen omtrent het coronavirus, omdat de grenzen gesloten zijn. Daarom is het op dit moment nog niet duidelijk wanneer [voornaam minderjarige] kan verhuizen naar Frankrijk. De eerder verleende machtiging gesloten jeugdhulp loopt tot 26 mei 2020. Wanneer het op die datum nog niet mogelijk is om [voornaam minderjarige] naar Frankrijk te laten gaan, zal hij ter overbrugging bij zijn moeder verblijven. Aan dit verblijf zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- [voornaam minderjarige] moet verplicht zijn medicijnen innemen;
- De voordeur gaat op slot en [voornaam minderjarige] heeft geen sleutel;
- Alleen naar buiten onder begeleiding van een ouder;
- Controle op computer;
- Geen gebruik van telefoon;
- Wekelijks drugstest bij de huisarts;
- Meewerken aan ambulante zorg, nog op te starten;
- Thuisonderwijs via IVIO/Wereldschool, eerste contact is gelegd;
- Wanneer [voornaam minderjarige] escaleert direct contact met de crisisdienst, deze kunnen de crisisdienst
van het GGZ inschakelen.
[voornaam minderjarige] heeft aangegeven zich ook aan deze voorwaarden te zullen houden. De kinderrechter acht het hiervoor uiteengezette plan in het belang van [voornaam minderjarige] en zal het gewijzigde verzoek van de GI daarom toewijzen. Daarbij wordt opgemerkt dat de overbruggingsperiode bij de moeder zo kort mogelijk dient te zijn. Zodra het mogelijk is dient [voornaam minderjarige] naar zijn grootouders in Frankrijk te verhuizen, omdat dit het meest van belang is voor zijn ontwikkeling en veiligheid.
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in het netwerk, te weten bij de grootouders moederszijde, verlenen en het overig verzochte afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing binnen het netwerk, te weten bij de grootouders moederszijde: [adres grootouders] , [woonplaats grootouders] , Frankrijk, met ingang van 26 mei 2020 tot 20 november 2020;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2020 door mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 mei 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.