ECLI:NL:RBROT:2020:475

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 januari 2020
Publicatiedatum
23 januari 2020
Zaaknummer
C/10/587464 / JE RK 19-3699
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 januari 2020 een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend aan een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die in 2004 in Groot-Brittannië is geboren. De kinderrechter heeft deze beslissing genomen naar aanleiding van ernstige zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige], die sinds juni 2019 in een gesloten setting verbleef. Ondanks aanvankelijke positieve ontwikkelingen, vertoonde [voornaam minderjarige] zelfbepalend gedrag en onttrok hij zich aan de noodzakelijke hulpverlening door weg te lopen. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek tot machtiging ingediend, omdat [voornaam minderjarige] opnieuw was weggelopen en er geen alternatieven beschikbaar waren voor een gesloten plaatsing.

Tijdens de zitting zijn de ouders van [voornaam minderjarige] gehoord, evenals zijn advocaat en vertegenwoordigers van de GI. De moeder en vader gaven aan dat zij het gedrag van [voornaam minderjarige] zorgwekkend vinden en dat hij een gedwongen programma moet volgen. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten jeugdhulp onderbouwd met verwijzingen naar de Jeugdwet, die stelt dat een machtiging alleen kan worden verleend bij ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen. De kinderrechter concludeerde dat de situatie van [voornaam minderjarige] zodanig was dat de machtiging noodzakelijk was om verdere onttrekking aan de hulpverlening te voorkomen.

De kinderrechter verleende de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van twee maanden, met ingang van 3 januari 2020 tot 3 maart 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/587464 / JE RK 19-3699
datum uitspraak: 3 januari 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] (Groot-Brittannië),
hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 9 december 2019 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de verklaring van 9 december 2019 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugd-hulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring van 10 december 2019 van een gekwalificeerde gedrags-wetenschapper;
- het faxbericht met bijlage van de GI van 2 januari 2020.
Op 3 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de advocaat van [voornaam minderjarige] , mr. W. Suttorp,
- de moeder,
- de vader,
- een tweetal vertegenwoordigers van de GI, mw. [naam vertegenwoordiger 1] en dhr. [naam vertegenwoordiger 2] .
[voornaam minderjarige] is in de gelegenheid gesteld om zijn mening kenbaar te maken.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] is weggelopen.
Bij beschikking van 26 augustus 2019 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 26 mei 2020.
Bij beschikking van 9 december 2019 is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken. Het overige verzochte is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De GI acht het zeer zorgelijk dat [voornaam minderjarige] opnieuw is weggelopen. [voornaam minderjarige] zou voor het laatst gesignaleerd zijn op 30 december 2019. De GI is van plan [voornaam minderjarige] over te plaatsen naar een andere groep binnen [naam jeugdzorginstelling] en te starten met psychomotorische therapie (PMT). De plek voor [voornaam minderjarige] blijft beschikbaar bij [naam jeugdzorginstelling] , ondanks dat hij is weggelopen.

Het standpunt van belanghebbenden

De moeder heeft ter zitting aangegeven het gedrag en de situatie waarin [voornaam minderjarige] nu beland is zeer zorgelijk te vinden. De moeder is van mening dat [voornaam minderjarige] een gedwongen programma moet volgen waarbij hij zichzelf moet verbeteren en weer naar school moet gaan. [naam jeugdzorginstelling] lijkt [voornaam minderjarige] niet in de goede richting te stimuleren, vanwege de problematiek van de andere jongeren daar. Volgens de moeder zou een plaatsing bij [naam jeugdkliniek] geschikt zijn, maar daar zou [voornaam minderjarige] gemotiveerd voor moeten zijn.
De vader heeft ter zitting te kennen gegeven dat hij het eens is met het verzoek van de GI. De ouders hebben geprobeerd [voornaam minderjarige] te stimuleren voor een plaatsing bij [naam jeugdkliniek] . Na de intake daar is hij echter weggelopen. De vader herkent [voornaam minderjarige] niet meer in wat hij doet. Hij is van mening dat [voornaam minderjarige] moet inzien dat hij niet degene is die de keuzes maakt.
De advocaat van [voornaam minderjarige] heeft ter zitting naar voren gebracht dat [voornaam minderjarige] structuur nodig heeft en dat duidelijk moet zijn wat van hem wordt verwacht.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er ernstige zorgen zijn over [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] verbleef sinds juni 2019 in de gesloten setting. Hoewel eerst een prille ontwikkeling zichtbaar leek te zijn, lijkt [voornaam minderjarige] steeds verder af te glijden. [voornaam minderjarige] vertoont zelfbepalend gedrag en ziet niet in wat de gevolgen van zijn keuzes zijn. [voornaam minderjarige] is niet gemotiveerd voor behandeling en onttrekt zich aan de noodzakelijke hulpverlening door weg te lopen. Er is momenteel geen alternatief beschikbaar voor een gesloten plaatsing. De kinderrechter acht het zeer zorgelijk dat [voornaam minderjarige] opnieuw is weggelopen.
De gedragswetenschapper heeft recent met [voornaam minderjarige] gesproken en mede op basis van dossieronderzoek ingestemd met de verzochte gesloten plaatsing. De gedragswetenschapper heeft daarbij opgemerkt dat een persoonlijkheidsonderzoek van [voornaam minderjarige] recent is afgerond. Dit zou meer zicht moeten geven op de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] , de benodigde hulpverlening en het uit te zetten vervolg. Zij benadrukt het belang van het opstarten van behandeling, het bepalen van het perspectief en het hiernaartoe werken. Zij merkt op dat een langdurig verblijf van [voornaam minderjarige] binnen de geslotenheid niet in zijn ontwikkelingsbelang wordt geacht.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de verzochte periode van twee maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 3 januari 2020 tot 3 maart 2020 betreffende [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2020 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 januari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.