ECLI:NL:RBROT:2020:4790
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met Alzheimer
Op 11 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met de ziekte van Alzheimer. Het verzoek tot deze machtiging is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 7 mei 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag als de uitspraak, waarbij de rechtbank gebruik maakte van de mogelijkheid om getuigen telefonisch te horen in verband met de coronamaatregelen. De burgemeester van Dordrecht had op 6 mei 2020 een last tot inbewaringstelling afgegeven, wat de basis vormde voor het verzoek van het CIZ.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de cliënt, die niet in staat is om voor zichzelf te zorgen. Dit werd onderbouwd door medische verklaringen en observaties van zorgverleners. De cliënt was recentelijk opgenomen in het ziekenhuis en had te maken met verwardheid en onrust, wat leidde tot een verhoogd risico op verwaarlozing en gevaar voor haar veiligheid. De rechtbank oordeelde dat voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk was om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar waren.
De beschikking verleent de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling tot en met 22 juni 2020. De cliënt verzet zich tegen deze maatregel en geeft aan terug te willen naar haar eigen woning, maar de rechtbank oordeelt dat haar veiligheid en welzijn voorop staan. De beschikking is mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en schriftelijk uitgewerkt door griffier J. Veldthuis.