Op 22 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene], op verzoek van de officier van justitie. De beslissing volgde op een mondelinge behandeling waarin de betrokkene, zijn advocaat mr. S. Kandemir, en een maatschappelijk werker zijn gehoord. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder een verhoogd risico op suïcide. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beschikking is mondeling gegeven door mr. B.E. Dijkers en schriftelijk uitgewerkt op 29 april 2020.