Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van
- de medische verklaring opgesteld door drs. C. van Tuijl, psychiater, van
- de gegevens over een eerder afgegeven machtiging op grond van de Wet Bopz;
- de relevante politiegegevens;
- het bericht dat er geen strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
- betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
- R.J. Boef, arts-assistent, en
- C. van Heusden, verpleegkundige, beiden verbonden aan Parnassia Groep.
2..Beoordeling
Betrokkene was voorafgaand aan de huidige opname al jaren in ambulante behandeling en gebruikte al jaren Haldol en Lithium. Hij is door de politie naar de accommodatie gebracht nadat hij spullen van zijn balkon aan het gooien was en stemmen hoorde in zijn hoofd. Tijdens de opname moest betrokkene worden gesepareerd, bleek zijn lithiumspiegel en kaliumspiegel te laag, en is zijn medicatie Haldol verhoogd van 1 milligram naar 5 milligram waarna hij geen stemmen meer zegt te horen. Ook is betrokkene, volgens de arts-assistent ter zitting, een stuk rustiger dan bij binnenkomst in de accommodatie. Maar er is, aldus de arts-assistent, nog sprake van een manie en betrokkene maakt ook een gespannen indruk. Daarnaast heeft betrokkene geen ziektebesef. Hij ziet niet goed in wat de reden is dat hij de medicatie moet slikken. Voorts heeft betrokkene aangegeven al zijn geld te zullen opnemen bij zijn bewindvoerder maar kon hij vervolgens niet uitleggen waarom hij dit geld nodig heeft. Betrokkene is bekend met cannabisgebruik en rookte naar eigen zeggen voor de opname twee tot drie joints per dag waarvan hij aangeeft dat dat moet kunnen, maar had na zijn eerdere opname eerst jaren geen drugs meer gebruikt. De arts-assistent acht een opname in de accommodatie noodzakelijk vanwege het manische toestandsbeeld op dit moment en voor het goed instellen van de medicatie, nu zowel de lithiumspiegel als de kaliumspiegel niet in orde zijn en het effect van een hogere lithiumspiegel nog moet blijken. Uit contact met de ambulante behandelaar van betrokkene kan mogelijk nog blijken waar de te lage lithiumspiegel mee te maken heeft.
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het onderzoek aan kleding of lichaam;
- het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het opnemen in een accommodatie.