Op 13 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 1 mei 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. J.A. van Gemeren, en verschillende zorgprofessionals telefonisch werden gehoord vanwege de coronamaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel de betrokkene als zijn omgeving. Het gedrag van de betrokkene, waaronder het uiten van bedreigingen en het veroorzaken van onrust, rechtvaardigt de noodzaak voor verplichte zorg. De rechtbank oordeelt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van tweeënhalve maand, tot en met 22 juli 2020, met de mogelijkheid voor de betrokkene om aan te tonen dat hij zich ook zonder rechterlijke machtiging aan de behandeling kan houden.