ECLI:NL:RBROT:2020:4873

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2020
Publicatiedatum
4 juni 2020
Zaaknummer
C/10/592701 / JE RK 20-638
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 april 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak is behandeld onder zaaknummer C/10/592701 / JE RK 20-638, waarbij de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als verzoeker optrad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van [voornaam minderjarige] het ouderlijk gezag uitoefenen en dat [voornaam minderjarige] na een uithuisplaatsing bij de grootouders vaderszijde momenteel bij de vader woont. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 23 april 2020.

De GI heeft op 21 februari 2020 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden. Belanghebbenden hebben aangegeven geen mondelinge behandeling te wensen. De kinderrechter heeft de overgelegde stukken beoordeeld en vastgesteld dat voldaan is aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Op basis hiervan heeft de kinderrechter besloten de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen tot 23 oktober 2020. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De beschikking is openbaar uitgesproken en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen, afhankelijk van hun status in de procedure. Dit moet gebeuren door tussenkomst van een advocaat en ingediend worden ter griffie van het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/592701 / JE RK 20-638
datum uitspraak: 17 april 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2010 te [geboorteplaats minderjarige] ,
hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder], hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,
[naam vader], hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoek met bijlagen van de GI van 21 februari 2020, ingekomen bij de griffie op 6 maart 2020.
Belanghebbenden hebben niet aangegeven prijs te stellen op een mondelinge behandeling.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 15 april 2019 is de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een netwerkpleeggezin, te weten bij de grootouders vaderszijde, verlengd tot 23 april 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van
zes maanden.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarom zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 23 oktober 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.