ECLI:NL:RBROT:2020:4875

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
4 juni 2020
Zaaknummer
C/10/593234 / JE RK 20-723
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor jeugdige na het bereiken van de leeftijd van achttien jaren

In deze zaak heeft de kinderrechter op 20 mei 2020 een beschikking gegeven inzake de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam kind], geboren in 2002. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI), de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, aanwezig waren. De GI had verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een periode van zes maanden, omdat [voornaam kind] niet naar huis kan en ook niet zelfstandig kan wonen. Dit verzoek werd gedaan kort voor zijn 18e verjaardag, en de GI heeft aangegeven dat er geen alternatieven zijn voor zijn verblijf.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over [voornaam kind], die lijdt aan een licht verstandelijke beperking en gediagnosticeerd is met PDD-NOS en diabetes mellitus. Hij vertoont wegloopgedrag en is recentelijk betrokken geweest bij een strafbaar feit. De kinderrechter oordeelde dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [voornaam kind] zich aan de hulp onttrekt en om zijn ontwikkeling te waarborgen. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot uiterlijk 17 oktober 2020, met de nadruk op het belang van het vinden van een passende vervolgplek voor [voornaam kind].

De advocaat van [voornaam kind] heeft bezwaar gemaakt tegen de verlenging van de machtiging, omdat er geen instemming van de jeugdige is en er geen duidelijke plannen zijn voor zijn toekomst. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden uitzonderlijk zijn en dat de machtiging noodzakelijk is voor de veiligheid en ontwikkeling van [voornaam kind]. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er extra aandacht moet zijn voor de vrijheden van [voornaam kind] binnen de gesloten jeugdhulp.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/593234 / JE RK 20-723
datum uitspraak: 20 mei 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2002 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [voornaam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 12 maart 2020, ingekomen bij de griffie op 16 maart 2020;
- de verklaring d.d. 15 april 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 15 april 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 20 mei 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam kind] , die ook voorafgaand aan de zitting in het bijzijn van zijn advocaat mr. C.G.Th. van de Weerd is gehoord,
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam kind] wordt uitgeoefend door de moeder. [voornaam kind] verblijft in de gesloten instelling voor jeugdhulp Schakenbosch.
Bij beschikking van 27 mei 2019 is de ondertoezichtstelling van [voornaam kind] verlengd tot 14 juni 2020. De kinderrechter heeft bij beschikking van 14 augustus 2019 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Het verzoek
De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht.
Het verzoek is gedaan kort voor de 18e verjaardag van [voornaam kind] en ziet op de periode van ten hoogste 6 maanden nadat hij 18 is geworden, waarin hij nog in een gesloten instelling geplaatst mag worden. De GI meent dat [voornaam kind] niet naar huis kan, maar ook niet op zichzelf kan wonen. De afgelopen periode is ingezet op de doorplaatsing van [voornaam kind] naar een perspectief biedende plek. Er is tot vier keer toe een aanvraag voor een WLZ-indicatie (Wet Langdurige Zorg) ingediend. Alle aanvragen zijn door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) afgewezen, om redenen die de GI niet onderschrijft zoals onder meer dat de psychiatrische onderbouwing onvoldoende was. De GI heeft geen begrip voor deze afwijzingen want een WLZ-indicatie wordt noodzakelijk geacht, gezien de zorg die [voornaam kind] nodig heeft. Een eerdere plaatsing op een Kamertrainingscentrum is al mislukt, omdat niet de 24-uurs zorg en juiste structuur kon worden geboden die [voornaam kind] behoeft. Schakenbosch heeft nu nogmaals een aanvraag voor een WLZ-indicatie ingediend. [voornaam kind] is nu bij een tiental instellingen aangemeld en staat al bij verschillende woonplekken op de wachtlijst. Een aantal instellingen heeft de aanvraag ook al ‘bij de voordeur’ afgewezen. Bij andere instellingen loopt de aanmelding nog. Als de WLZ-indicatie wordt afgegeven, zal [voornaam kind] makkelijker kunnen doorstromen naar een voor hem passende plek. In de week van 25 mei 2020 zal de intakefase plaatsvinden voor de WLZ-indicatie. Als de aanvraag wederom wordt afgewezen, moet worden uitgeweken naar de plaatsing op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het verblijf van [voornaam kind] bij Schakenbosch moet uitsluitend worden voortgezet, zo lang wordt gezocht naar een passende plek. Een terugplaatsing bij de moeder is geen optie. Moeder kan de zorg voor [voornaam kind] niet aan en zij heeft ook zelf aangegeven dat dit niet mogelijk is. Er bestaan ook nog zorgen over hoe [voornaam kind] omgaat met zijn vrijheden. Hij vertoont wegloopgedrag en is recentelijk betrokken geweest bij een strafbaar feit. Ook Schakenbosch acht de situatie op dit moment te onveilig voor een vrijwillige plaatsing. Op 12 juni 2020 vindt een overleg met Schakenbosch plaats waarin zal worden bezien wat de mogelijkheden zijn en welke stappen kunnen worden gezet. De GI doet er alles aan om zo snel mogelijk een goede plek voor [voornaam kind] te vinden. De GI beseft dat een verlengde plaatsing in gesloten jeugdhulp eigenlijk onwenselijk is en hoogstens tot 17 oktober 2020 kan duren, maar er zijn geen alternatieven op dit moment.
De GI heeft over het verzoek van [voornaam kind] om meer vrijheden te krijgen in beginsel geen opmerkingen. Als [voornaam kind] op verlof kan naar de moeder of zijn zus, hij zich aan de afspraken houdt en geen wegloopgedrag vertoont, kan dit gaan plaatsvinden.

Het standpunt van de belanghebbenden

Door en namens [voornaam kind] is verzocht het verzoek voor een korte periode toe te wijzen, de behandeling van het resterende deel aan te houden en kort na het overleg op 12 juni 2020 wederom een zitting te plannen. De advocaat heeft aangevoerd dat eigenlijk niet wordt voldaan aan de juridische vereisten voor verlening van een machtiging gesloten jeugdhulp voor een jeugdige die achttien jaar is. Zo staat niet in het hulpverleningsplan waar naartoe wordt gewerkt. Bovendien wil [voornaam kind] niet langer in de gesloten instelling voor jeugdhulp verblijven en uit jurisprudentie blijkt dat toestemming van de jeugdige tevens een van de vereisten dient te zijn. [voornaam kind] verblijft bovendien al geruime tijd binnen Schakenbosch en altijd was al duidelijk dat [voornaam kind] de leeftijd van achttien jaren zou bereiken. Er zijn maanden voorbij gegaan waarin het verblijf van [voornaam kind] na het bereiken van zijn meerderjarigheid had moeten worden voorbereid. Het wordt [voornaam kind] nu aangerekend dat voor hem geen passende plek beschikbaar is en daarvoor is een machtiging gesloten jeugdhulp niet bedoeld. De advocaat van [voornaam kind] heeft aangegeven dat het [voornaam kind] op dit moment vooral gaat om de vrijheden die hij wil krijgen. De voortdurende plaatsing in geslotenheid voelt als een straf.
Anderzijds is er op dit moment geen plek waar [voornaam kind] terecht kan. Vanwege [voornaam kind] ’ problematiek moet absoluut worden voorkomen dat hij op straat komt te staan. Dit maakt dat verblijf van [voornaam kind] bij Schakenbosch moet worden voortgezet. In afwachting van een perspectief biedende plek, moet [voornaam kind] wel meer vrijheden krijgen.
Na het overleg van 12 juni 2020 is er duidelijkheid over de aanvraag van de WLZ-indicatie en mogelijke alternatieven. Kort hierop dient dus wederom een zitting plaats te vinden zodat de stand van zaken kan worden bezien. [voornaam kind] moet moed houden en naar iets kunnen uitkijken. Een verlening voor de duur van vier maanden enkel omdat er voor [voornaam kind] geen passende plek is, gaat bovendien te ver. Alles moet in het werk worden gesteld zodat zo spoedig mogelijk een doorplaatsing kan worden gerealiseerd.
De moeder heeft aangegeven dat het belangrijk is dat er voor [voornaam kind] een goede, passende plek wordt gevonden. [voornaam kind] wil graag worden thuisgeplaatst, maar na een paar dagen loopt het in de thuissituatie weer mis en luistert [voornaam kind] niet meer naar de moeder. De moeder vindt het lastig, maar zij ziet in dat zij niet in staat is de zorg te bieden die [voornaam kind] nodig heeft.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is daarvan op dit moment sprake.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, vierde lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een jeugdige die achttien jaar is, bovendien slechts worden verleend indien:
a. sprake is van een behandeling die reeds aangevangen is voordat de leeftijd van achttien jaar is bereikt;
b. voor het bereiken van de leeftijd van achttien jaar een hulpverleningsplan is vastgesteld;
c. toegewerkt wordt naar een andere vorm van jeugdhulp dan gesloten jeugdhulp en dit ook blijkt uit het hulpverleningsplan, en
d. de gesloten jeugdhulp niet langer duurt dan zes maanden na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar.
Naar het oordeel van de kinderrechter wordt aan deze vereisten voldaan.
Namens [voornaam kind] is aangegeven dat uit het hulpverleningsplan niet duidelijk wordt waar naartoe wordt gewerkt. Het doel is echter om [voornaam kind] over te plaatsen naar een bij hem passende plek en daar wordt op gericht. Dit blijkt ook uit de evaluatie en het plan van aanpak d.d. 4 maart 2020. [voornaam kind] is gebaat bij een vervolgplek in een instelling waar langdurige intensieve zorg kan worden geboden, omdat zelfstandig wonen voor [voornaam kind] niet haalbaar is. Voor de 24-uurs behandeling die [voornaam kind] nodig heeft, wordt een WLZ-indicatie aangevraagd. Deze indicatie biedt meer mogelijkheden voor 24-uurs opvang en sluit ook beter aan de behoeftes van [voornaam kind] . Daarnaast wordt ter overbrugging een verlenging van de machtiging machtiging gesloten 18 + aangevraagd. [voornaam kind] kan niet terug naar moeder.
De advocaat van [voornaam kind] heeft verder aangevoerd dat het verzoek zou moeten worden afgewezen omdat [voornaam kind] niet instemt met langer verblijf op Schakenbosch.
De kinderrechter overweegt dat instemming geen wettelijk vereiste is. Uitgangspunt in de huidige jurisprudentie is inderdaad dat het ontbreken van instemming van de jeugdige die achttien jaar is bij een voortgezet verblijf in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp, in beginsel een onaanvaardbare inbreuk oplevert op het recht op vrijheid en veiligheid van zijn persoon. Maar in dit geval is een voortgezet verblijf bij Schakenbosch in het belang van de ontwikkeling en veiligheid van [voornaam kind] en is er sprake van zeer uitzonderlijke en zwaarwegende omstandigheden die een voortgezet verblijf van [voornaam kind] bij Schakenbosch voor een zo kort mogelijke periode rechtvaardigen en noodzakelijk maken.
Deze zeer uitzonderlijke en zwaarwegende omstandigheden zijn gelegen in het volgende.
Er bestaan ernstige zorgen rondom [voornaam kind] . Bij hem is sprake van een licht verstandelijke beperking en hij is gediagnosticeerd met PDD-NOS en diabetes mellitus waarvoor hij viermaal per dag insuline moet spuiten. Hij kampt met depressieve gevoelens en bij oplopende spanning is sprake van een slechte zelfzorg en is hij medicatie-ontrouw. Dit terwijl hij hierdoor in een levensbedreigende situatie terecht kan komen. [voornaam kind] is onvoorspelbaar en niet gemakkelijk te beïnvloeden waardoor intensieve zorg noodzakelijk is om ongewenst gedrag te voorkomen. Ook heeft hij vanwege een forse achterstand in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling structuur en duidelijkheid nodig. De gedragswetenschapper geeft in de instemmingsverklaring aan dat duidelijk wordt dat [voornaam kind] veel begeleiding nodig heeft van anderen om zich te kunnen blijven ontwikkelen en te groeien. Op het moment dat hij voorgaande niet geboden krijgt, is de kans op stagnatie op allerlei vlakken zeer groot. De gedragswetenschapper kan zich vinden in het beleid van GI en denkt dat het noodzakelijk is om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlengen met een halfjaar zodat er zorgvuldig toegewerkt kan worden naar een perspectief biedende plek voor [voornaam kind] waar hij
de begeleiding en behandeling geboden krijgt die hij nodig heeft. De kinderrechter neemt deze conclusie over en maakt zich die eigen. Ook de advocaat van [voornaam kind] heeft onderkend dat er op dit moment geen passende plek voor [voornaam kind] beschikbaar is en dat het verzet bij [voornaam kind] vooral zit in het ontbreken van vrijheden. [voornaam kind] wil zelf graag bij zijn moeder wonen, maar de moeder is niet in staat datgene te bieden wat [voornaam kind] nodig heeft waardoor een thuisplaatsing niet mogelijk is.
Vanuit Schakenbosch is een WLZ-indicatie aangevraagd zodat [voornaam kind] kan worden overgeplaatst naar een perspectief biedende woonplek waar hem 24-uurs zorg kan worden geboden.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlengen tot zes maanden na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar.
De advocaat van [voornaam kind] heeft zich vooral gekeerd tegen het ontstaan van de huidige situatie en de kwalijke gevolgen die dat voor [voornaam kind] heeft. Dat standpunt kan de kinderrechter slechts met haar delen. Het is zeer kwalijk dat er geen passende plek is gevonden in de lange aanloop naar een moment dat zo onvermijdelijk is als de 18e verjaardag van [voornaam kind] . De advocaat heeft gevraagd om een gedeeltelijke toewijzing, opdat de kinderrechter ‘een vinger aan de pols’ kan houden. En hoe zeer de kinderrechter ook begrip heeft voor de roep om het inzetten van alle beschikbare middelen, ziet hij geen meerwaarde in het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp voor een kortere periode. De kinderrechter is ervan overtuigd dat op dit moment voor [voornaam kind] een passende vervolgplek wordt gezocht en dat wanneer deze is gevonden, [voornaam kind] zal worden overgeplaatst. Wanneer deze plek wordt gevonden of beschikbaar is, is onduidelijk. Het aanhouden van een deel van het verzoek zal hierin geen positieve verandering brengen. Door deze machtiging te verlenen, wordt [voornaam kind] in elk geval de duidelijkheid geboden dat hij tot 17 oktober 2020 kán verblijven bij Schakenbosch.
De kinderrechter merkt ten slotte op dat het verblijf van [voornaam kind] bij Schakenbosch aan de huidige situatie moet worden aangepast. Er moet extra oog zijn voor zijn vrijheden en mogelijkheden in de bezoek- en verlofregeling voor [voornaam kind] .

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 14 juni 2020 tot uiterlijk 17 oktober 2020 betreffende de minderjarige [voornaam kind] .
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. de Roo als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 mei 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.