ECLI:NL:RBROT:2020:4900

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 mei 2020
Publicatiedatum
4 juni 2020
Zaaknummer
C/10/595611 / JE RK 20-1168 en C/10/595615 / JE RK 20-1169
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 8 mei 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die in een gesloten jeugdhulpinstelling verblijft. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat er ernstige zorgen waren over het gedrag en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zich onttrok aan het gezag van haar moeder en dat er sprake was van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen tot 1 juli 2020, met als doel de veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen en haar terugkeer naar Amerika te faciliteren, waar zij de juiste hulpverlening kan krijgen. De kinderrechter heeft het verzoek van de Raad voor een definitieve ondertoezichtstelling aangehouden en een nieuwe zitting gepland op 10 juli 2020. De kinderrechter heeft benadrukt dat alle betrokkenen moeten overleggen over een plan van aanpak in het belang van [voornaam minderjarige].

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/595611 / JE RK 20-1168 en C/10/595615 / JE RK 20-1169
datum uitspraak: 8 mei 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ( [land moeder] ).

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 27 april 2020 en de daarin genoemde stukken,
- de verklaring d.d. 30 april 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring d.d. 29 april 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het Covid 19-(corona)virus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020
www.rechtspraak.nlis gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om door de kinderrechter telefonisch gehoord te worden.
Op 8 mei 2020 heeft de kinderrechter, in aanwezigheid van de griffier, in een groepsgesprek telefonisch gehoord:
- [voornaam minderjarige] , die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door mr. S.E.M. Hooijman,
- de moeder,
- de grootmoeder moederszijde (mz), mw. [naam grootmoeder] , als informant,
- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam vertegenwoordiger] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
Aangezien [voornaam minderjarige] de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Engelse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van mw. L.S. Greveraars-Volkova, tolk in de Engelse taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.
De kinderrechter is van oordeel dat deze manier van horen – gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – op dit moment voldoende is om tot een goed oordeel te komen en een beslissing te kunnen nemen, zonder verdere mondelinge behandeling.

De feiten

Het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling Horizon te Castricum.
Bij beschikking van 27 april 2020 [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 27 juli 2020. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken. De beslissing voor het overig verzochte is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verzocht, voorafgegaan door een voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden.
Tevens heeft de Raad een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. Nu resteert de periode tot 27 juli 2020.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Omdat er veel zorgen waren over haar gedrag en ontwikkeling is [voornaam minderjarige] door de moeder in maart van dit jaar op het vliegtuig naar Nederland gezet. De gedachte was dat de grootmoeder mz en andere familieleden in Nederland een positieve invloed zouden hebben op [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] accepteerde echter het gezag van de grootmoeder mz niet en toonde wervend gedrag naar mannen. Ook was zij niet aanspreekbaar voor hulpverleners. [voornaam minderjarige] ontkent en bagatelliseert alle zorgen. Daarnaast heeft [voornaam minderjarige] zich heftig verzet bij de plaatsing. [voornaam minderjarige] kan niet meer bij de grootmoeder mz terecht. Positief is dat [voornaam minderjarige] zich momenteel open stelt en mee lijkt te werken met de behandeling.
Gelet op hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de Raad van mening dat het in het belang van [voornaam minderjarige] is om terug te gaan naar Amerika en dat zij daar de juiste hulpverlening krijgt. Een behandeling in een gesloten jeugdhulpinstelling in Nederland zal bemoeilijkt worden door de afwezigheid van de moeder. De Raad wil de komende periode onderzoeken hoe [voornaam minderjarige] zo snel mogelijk terug kan gaan naar de moeder.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. [voornaam minderjarige] is een getraumatiseerd meisje dat behandeling nodig heeft. Zij stelt zich momenteel open voor behandeling. Er zal gekeken moeten worden naar behandelmogelijkheden in Amerika.
Door en namens [voornaam minderjarige] is verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De toekomst van [voornaam minderjarige] ligt in Amerika. [voornaam minderjarige] ontkent het seksueel wervende gedrag. [voornaam minderjarige] verblijft momenteel in de gesloten instelling, terwijl zij geen Nederlands spreekt en haar familie ver weg woont. Een behandeltraject zal hier heel lang gaan duren. [voornaam minderjarige] wil dit niet. Zij wil zo snel mogelijk terug naar Amerika en daar behandeling krijgen. Verzocht wordt om de machtiging gesloten jeugdhulp voor maximaal vier weken te verlenen, zodat onderzoek gedaan kan worden naar een voorspoedige terugkeer van [voornaam minderjarige] naar Amerika.
De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij nooit heeft aangegeven dat [voornaam minderjarige] seksueel contact heeft gehad met oudere mannen voor geld. [voornaam minderjarige] heeft contact met oudere mannen, zodat zij aan wiet kan komen. Hierdoor is [voornaam minderjarige] in de problemen geraakt. Ook heeft [voornaam minderjarige] last van woedeaanvallen. De moeder heeft ervoor gekozen om [voornaam minderjarige] naar Nederland te brengen, omdat [voornaam minderjarige] hier bewust kan worden van haar keuzes en de moeder haar momenteel niet kan steunen. De moeder kan in Amerika geen passende hulpverlening voor [voornaam minderjarige] krijgen. [voornaam minderjarige] moet de behandeling in Nederland accepteren.
Desgevraagd geeft de grootmoeder mz aan dat [voornaam minderjarige] een lief meisje is, maar haar eigen mening heeft. Zij luistert niet goed. [voornaam minderjarige] is naar Nederland gekomen voor hulp. De grootmoeder mz heeft via de gemeente hulp gezocht en daarom zit [voornaam minderjarige] nu in een gesloten instelling.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen de partijen telefonisch naar voren hebben gebracht, is gebleken dat [voornaam minderjarige] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige] woont sinds haar achtste jaar in Amerika. De afgelopen periode waren er veel zorgen over het gedrag en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . Zij onttrok zich aan het gezag van de moeder, gebruikte wiet en ging met verkeerde vrienden om. De moeder heeft [voornaam minderjarige] naar de grootmoeder mz in Nederland gestuurd met de gedachte dat de familie een positieve invloed zou hebben op het gedrag van [voornaam minderjarige] . In Nederland heeft [voornaam minderjarige] zich echter ook onttrokken aan het gezag van de grootmoeder mz en is zij meerdere keren weggelopen. [voornaam minderjarige] is daarom op 27 april 2020 met een spoedmachtiging in een gesloten jeugdhulpinstelling geplaatst.
Ter zitting is naar voren gekomen dat de toekomst van [voornaam minderjarige] in Amerika ligt. De moeder wil dat [voornaam minderjarige] in Nederland behandeling krijgt, omdat een zelfde behandeling kennelijk niet in Amerika te vinden is. De behandeling binnen de gesloten jeugdhulp in Nederland zal echter bemoeilijkt worden, doordat de samenwerking en nabijheid van de moeder er niet is. De kinderrechter acht het in het belang van [voornaam minderjarige] om terug te gaan naar Amerika en daar behandeling te krijgen. Om ervoor te zorgen dat de veiligheid van [voornaam minderjarige] tijdelijk gewaarborgd blijft in Nederland, zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen tot 1 juli 2020 en het overig verzochte afwijzen. De komende periode dienen alle betrokkenen met elkaar te overleggen welk plan van aanpak in het belang van [voornaam minderjarige] is en hoe [voornaam minderjarige] veilig terug kan keren naar Amerika. Hierbij gaat de kinderrechter er vanuit dat ook aandacht zal zijn voor het zoeken van passende hulpverlening in Amerika.
Het verzoek van de Raad voor een definitieve ondertoezichtstelling wordt aangehouden tot de hierna te noemen datum. Indien dit verzoek wordt gehandhaafd, verzoekt de kinderrechter de Raad uiterlijk twee weken voor deze datum aan de kinderrechter de definitieve raadsrapportage te doen toekomen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 13 mei 2020 tot 1 juli 2020 betreffende [voornaam minderjarige] ;
wijst af het resterende gedeelte van het verzoek machtiging gesloten jeugdhulp;

en alvorens verder te beslissen op het verzoek van de Raad:

houdt de beslissing betreffende de definitieve ondertoezichtstelling aan en bepaalt dat het verhoor van de Raad, de GI en de belanghebbenden in deze zaak zal plaatsvinden op
10 juli 2020 om 09:15 uurin het gerechtsgebouw te
Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.J. van Dijk, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van [voornaam minderjarige] , de Raad, de GI en de belanghebbende;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de advocaat van [voornaam minderjarige] , mr. Heijman, indien de Raad tegen voormelde zittingsdatum wederom een verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp indient;
gelast de oproeping van mw. [naam grootmoeder] als informant;
verzoekt de Raad uiterlijk twee weken voor de genoemde zittingsdatum aan de kinderrechter de definitieve raadsrapportage te doen toekomen en daarbij aan te geven of het verzoek al dan niet gehandhaafd wordt.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 mei 2020
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.