ECLI:NL:RBROT:2020:4995

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 mei 2020
Publicatiedatum
8 juni 2020
Zaaknummer
C/10/588740 / JE RK 19-3897
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een machtiging voor gesloten jeugdhulp in het kader van de Jeugdwet

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 mei 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld in het kader van de Jeugdwet, waarbij de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond betrokken was. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel verblijft in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en dat er een positieve ontwikkeling gaande is. De GI heeft verzocht om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlengen voor de duur van zes maanden, tot 20 augustus 2020, om te voorkomen dat [naam kind] terugvalt in oud gedrag.

Tijdens de zitting, die vanwege de coronamaatregelen telefonisch is gehouden, zijn de betrokkenen gehoord, waaronder de moeder en een vertegenwoordiger van de GI. De vader heeft ervoor gekozen niet telefonisch gehoord te worden. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, gezien de huidige omstandigheden, het voldoende is om telefonisch te horen. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten jeugdhulp onderbouwd met de ernst van de opgroei- en opvoedingsproblemen van [naam kind].

De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen, met ingang van 20 mei 2020 tot uiterlijk 20 augustus 2020. Dit besluit is genomen om de noodzakelijke kaders en sturing te bieden aan [naam kind] en om haar ontwikkeling naar volwassenheid te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter en is op 5 juni 2020 schriftelijk vastgelegd. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/588740 / JE RK 19-3897
datum uitspraak: 18 mei 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2002 te [geboorteplaats kind] ,

hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 12 februari 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de briefrapportage van de GI van 12 mei 2020, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 18 mei 2020 zou de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandelen. Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. Gelet hierop heeft de kinderrechter de betrokkenen in de gelegenheid gesteld telefonisch te worden gehoord.
Telefonisch gehoord zijn:
- [naam kind] , die voorafgaand aan het telefoongesprek met de overige betrokkenen apart is gehoord en bijgestaan door haar advocaat mr. A.W. Grijsseels,
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam vertegenwoordigster] .
De vader heeft aangegeven niet telefonisch te willen worden gehoord.
De kinderrechter is van oordeel dat deze manier van horen – gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – op dit moment voldoende is om tot een goed oordeel te komen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders. [naam kind] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten bij Pinq, Spirit.
Bij beschikking van 26 augustus 2019 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
2 september 2020. Bij beschikking van 12 februari 2020 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 20 mei 2020. Het overige verzochte is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden. Nu resteert nog de periode tot 20 augustus 2020.
De GI heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt telefonisch toegelicht. In de afgelopen periode heeft [naam kind] zich positief ontwikkeld. Momenteel wordt toegewerkt naar een plaatsing op een open groep. Er lijkt een passende plek bij Timon gevonden te zijn, waarvoor binnenkort een intakegesprek zal zijn. Bij Timon kan [naam kind] ook begeleiding krijgen nadat zij meerderjarig is geworden. Totdat een plek op de open groep beschikbaar wordt, blijft [naam kind] kaders en sturing nodig hebben, waardoor zij nog binnen de geslotenheid dient te verblijven. Momenteel bestaat er nog een te groot risico dat [naam kind] anders in haar oude zorgelijke gedrag terug zou vallen. De komende periode dienen de vrijheden en verlofmomenten van [naam kind] opgebouwd te worden.

Het standpunt van de belanghebbenden

Door en namens [naam kind] is geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. In de afgelopen periode heeft [naam kind] positieve stappen gezet. Het is van belang dat [naam kind] laat zien dat zij deze positieve lijn kan vasthouden. [naam kind] wil graag overgeplaatst worden naar Rotterdam, omdat haar toekomst daar ook ligt. Ook wil [naam kind] het liefst op een gemengde open groep bij Timon worden geplaatst. Daarnaast is het van belang dat [naam kind] haar opleiding kan gaan volgen.
Door de moeder is ingestemd met het verzoek van de GI. De moeder hoopt dat [naam kind] snel op een open groep in Rotterdam kan worden geplaatst. [naam kind] doet haar best. Een thuisplaatsing in afwachting van een plaatsing op een open groep is niet mogelijk. Er is nog onvoldoende vertrouwen tussen de moeder en [naam kind] opgebouwd, waardoor de moeder dit momenteel niet aandurft.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en wat de betrokkenen telefonisch naar voren hebben gebracht is het volgende gebleken. Er is sprake van een positieve ontwikkeling en er wordt toegewerkt naar een plaatsing van [naam kind] op een open groep. De GI is voornemens om [naam kind] door te laten stromen naar een open groep bij Timon in Rotterdam, wat aansluit bij de wens van [naam kind] en de moeder. De GI verwacht dat [naam kind] bij Timon geplaatst kan worden. Het is echter nog onduidelijk wanneer er een plek op een open groep beschikbaar zal zijn. Momenteel is [naam kind] nog gebaat bij de structuur, duidelijkheid en de begrenzing van de geslotenheid. Totdat [naam kind] door kan stromen naar een open groep, dient zij binnen de gesloten setting te blijven, zodat de noodzakelijke kaders en sturing kunnen worden geboden. In de komende periode worden de vrijheden van [naam kind] verder opgebouwd, waarbij het van belang is dat [naam kind] niet terugvalt in haar oude zorgelijke gedrag.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de verzochte periode tot 20 augustus 2020.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 20 mei 2020 tot uiterlijk 20 augustus 2020 betreffende [naam kind] .
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier en in het openbaar uitgesproken op
18 mei 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 5 juni 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.