In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 februari 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar dochter, geboren op [geboortedatum kind] 2017. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering als voogd aan te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van haar dochter te dragen, wat blijkt uit haar afwezigheid bij bezoeken en het gebrek aan betrokkenheid bij de opvoeding van het kind. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de ontwikkeling van het kind is om het gezag te beëindigen en de GI als voogd aan te stellen, zodat er duidelijkheid en stabiliteit voor het kind kan worden gecreëerd. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 12 maart 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.