ECLI:NL:RBROT:2020:5065

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 mei 2020
Publicatiedatum
9 juni 2020
Zaaknummer
C/10/594561 / JE RK 20-955 en C/10/597114 / JE RK 20-1446
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 29 mei 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2004. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd voor de duur van één jaar en een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van twee maanden, gevolgd door een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot 7 juni 2021. De kinderrechter heeft deze beslissing genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind], die momenteel verblijft in een gesloten groep bij Harreveld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar dat vanwege de coronamaatregelen de overgang naar een open groep in Dordrecht nog niet heeft kunnen plaatsvinden.

De gecertificeerde instelling, het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft verzocht om de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing. De ouders van [naam kind] hebben ingestemd met deze verzoeken. De kinderrechter heeft geconstateerd dat er geen verweer is gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en dat de gronden voor de ondertoezichtstelling aanwezig zijn volgens artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft ook de noodzaak van de uithuisplaatsing onderstreept, gezien de positieve ontwikkeling van [naam kind] en het belang van een goed wentraject naar de open groep.

De beschikking is gegeven door mr. J. van Driel, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/594561 / JE RK 20-955 en C/10/597114 / JE RK 20-1446
datum uitspraak: 29 mei 2020
beschikking verlenging ondertoezichtstelling, machtiging gesloten jeugdhulp en machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaken van
de gecertificeerde instelling het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 6 april 2020, ingekomen bij de griffie op
7 april 2020,
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 19 mei 2020, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum,
- de instemmende verklaring d.d. 22 mei 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het Covid 19-(corona)virus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020
www.rechtspraak.nlis gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om door de kinderrechter telefonisch gehoord te worden.
Op 29 mei 2020 heeft de kinderrechter, in aanwezigheid van de griffier, in een groepsgesprek telefonisch gehoord:
- [naam kind] , bijgestaan door zijn advocaat mr. A.A. van der Berg,
- de ouders,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam vertegenwoordigster] .
De kinderrechter is van oordeel dat deze manier van horen – gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – op dit moment voldoende is om tot een goed oordeel te komen en een beslissing te kunnen nemen, zonder verdere mondelinge behandeling.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] verblijft op een gesloten groep bij Harreveld.
Bij beschikking van 7 juni 2019 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 7 juni 2020.
Bij beschikking van 22 november 2019 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 7 december 2019 tot 7 juni 2020.

De verzoeken

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van twaalf maanden. Ook heeft de GI een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van twaalf maanden.
Daarnaast heeft de GI een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden.
De GI heeft de verzoeken ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] is klaar voor een overstap naar een open groep. Vanwege de coronamaatregelen kan [naam kind] nog niet wennen op zijn nieuwe groep in Dordrecht. Het wentraject is belangrijk voor [naam kind] .

De standpunten

[naam kind] is teleurgesteld dat hij nog niet kan overstappen naar een open groep. Hij is nu van vrijdag tot dinsdag bij zijn ouders. Dit verloopt goed. De advocaat van [naam kind] is heel blij dat [naam kind] een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het is jammer dat [naam kind] nu vertraging oploopt door externe omstandigheden. Hopelijk kan [naam kind] snel op de nieuwe groep terecht.
De ouders zijn het eens met de verzoeken. Het gaat redelijk goed als [naam kind] thuis is. Door de coronamaatregelen zijn de verleidingen voor [naam kind] weggenomen en heeft hij nog niet geoefend met zijn vrijheden.

De beoordeling

Gelet op het feit dat ter zitting geen verweer is gevoerd tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling en de kinderrechter op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting van oordeel is dat de gronden van de ondertoezichtstelling zoals gesteld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek aanwezig zijn, zal de ondertoezichtstelling van [naam kind] als onweersproken worden verlengd voor de duur van één jaar.
Daarnaast is de kinderrechter van oordeel dat de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b BW.
[naam kind] verblijft sinds juni 2019 op een gesloten groep bij Harreveld, waar hij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Sinds december 2019 is [naam kind] niet meer weggelopen en is er op een enkele keer na geen sprake geweest van drugsgebruik. De kinderrechter geeft [naam kind] hiervoor een compliment. Gelet op de positieve ontwikkeling van [naam kind] bij Harreveld, is hij aangemeld voor een open groep ’s-Heerenloo in Dordrecht. [naam kind] is hiervoor heel erg gemotiveerd. Vanwege het coronavirus konden de wenafspraken echter niet doorgaan, waardoor nog niet is toegewerkt naar een overplaatsing. De kinderrechter is met de GI en gedragswetenschapper van oordeel dat een wenperiode noodzakelijk is voor het slagen van een goede overplaatsing.
Omdat onduidelijk is wanneer [naam kind] op de open groep terecht kan, sluit een trajectmachtiging het meest aan bij de huidige situatie. Hoewel de kinderrechter van oordeel is dat niet meer wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor een machtiging gesloten jeugdhulp, zal de kinderrechter op grond van artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet de machtiging gesloten jeugdhulp voor maximaal twee maanden verlenen. Het nu afwijzen van de verzochte machtiging voor gesloten jeugdhulp zal er immers toe leiden dat [naam kind] vanaf 7 juni 2020 weer geheel thuis komt te wonen zonder goede achtervang. Daarnaast zal er in dat geval geen sprake kunnen zijn van een passend wentraject naar de open groep. Niet valt uit te sluiten dat daardoor die plaats niet meer beschikbaar is. Het risico bestaat dan, dat alles wat in de afgelopen manden is opgebouwd, weer te niet wordt gedaan. Dat is niet in het belang van [naam kind] . De machtiging gesloten jeugdhulp zal gevolgd worden door een plaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder voor de resterende duur van de ondertoezichtstelling.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 7 juni 2021;
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 7 juni 2020 tot 7 augustus 2020 betreffende [naam kind] , gevolgd door een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot 7 juni 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. van Driel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier en in het openbaar uitgesproken op 29 mei 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 juni 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.