Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,wonende te [woonplaats gedaagde 1] , gemeente [gemeente] ,
gemachtigde: mr. E.B. van den Ouden, en
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
[gedaagde 7],
Zij die zonder recht of titel verblijven in/op (een gedeelte van de onroerende zaak) op het perceel aan het adres [adres] ,
1..Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 13 september 2019;
- het bericht van [gedaagde 1] van 27 september 2019 en de daarbij overgelegde producties;
- het proces-verbaal van het op 13 november 2019 gehouden getuigenverhoor;
- de voorafgaand aan het getuigenverhoor op 21 januari 2020 door [gedaagde 1] overgelegde producties;
- de voorafgaand aan het getuigenverhoor op 23 januari 2020 door [eiser] overgelegde producties;
- het proces-verbaal van het op 27 januari 2020 gehouden getuigenverhoor;
- de akte na enquête van [eiser] , met producties;
- de akte na enquête van [gedaagde 1] c.s., met productie;
- het faxbericht van [eiser] d.d. 9 april 2020.
2..De verdere beoordeling van het geschil
-€ 2.724,19) worden toegewezen.