In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 juni 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2016, die onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 1 februari 2021, ondanks het verzoek van de gecertificeerde instelling om een verlenging van negen maanden. De moeder van de minderjarige heeft recent positieve ontwikkelingen doorgemaakt, waaronder het zelfstandig wonen sinds 14 mei 2020. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de recente veranderingen en de ambivalente houding van de moeder in het verleden, een langere betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk blijft om de veiligheid en schoolgang van de minderjarige te waarborgen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld zonder fysieke zitting vanwege de COVID-19 maatregelen, maar heeft de betrokken partijen telefonisch gehoord. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.