Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1]
2..[gedaagde 2]
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
.
3..De vordering
- [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] worden veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de woning staande en gelegen te Strijen aan de [adres] onder afgifte van sleutels te verlaten met alles dat en iedereen die zich vanwege hen daar bevindt, met het verbod de woning opnieuw te betreden en te gebruiken;
- voor het geval [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hieraan niet voldoen, [eiseres] te machtigen de ontruiming te doen uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder, zo nodig met behulp van de sterke arm;
- [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk worden veroordeeld om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 7.931,45, te vermeerderen met € 1.099,50 voor elke maand dat [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] langer dan de maand mei 2020 in de woning verblijven;
- [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] worden veroordeeld in de proceskosten, de nakosten en de kosten van ontruiming.
4..Het verweer
5..De beoordeling
6..De beslissing
: