ECLI:NL:RBROT:2020:5280
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsaneringsregeling in het kader van de coronacrisis
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 mei 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker had op 24 januari 2020 een verzoekschrift ingediend, maar heeft niet adequaat gereageerd op oproepen van de rechtbank. De rechtbank had op 9 en 27 april 2020 verzoeker verzocht om een formulier in te vullen in verband met de coronamaatregelen, maar dit formulier is niet retour gestuurd. Tijdens een telefonische zitting op 20 april 2020 gaf verzoeker aan ondersteuning te willen van schuldhulpverlening, maar hij heeft niet de nodige stappen ondernomen om deze ondersteuning te mobiliseren.
Op 14 mei 2020 heeft de rechtbank verzoeker twee keer gebeld op het opgegeven telefoonnummer, maar hij heeft deze oproepen niet beantwoord. De rechtbank concludeert dat verzoeker geen gemotiveerde houding vertoont en vreest dat hij de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling niet zal nakomen. Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af te wijzen. De rechtbank benadrukt dat deze afwijzing niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die ook tot afwijzing van het verzoek kunnen leiden.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen, uitsluitend via een advocaat.