ECLI:NL:RBROT:2020:5280

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 mei 2020
Publicatiedatum
17 juni 2020
Zaaknummer
FT EA 20-133
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schuldsaneringsregeling in het kader van de coronacrisis

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 mei 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker had op 24 januari 2020 een verzoekschrift ingediend, maar heeft niet adequaat gereageerd op oproepen van de rechtbank. De rechtbank had op 9 en 27 april 2020 verzoeker verzocht om een formulier in te vullen in verband met de coronamaatregelen, maar dit formulier is niet retour gestuurd. Tijdens een telefonische zitting op 20 april 2020 gaf verzoeker aan ondersteuning te willen van schuldhulpverlening, maar hij heeft niet de nodige stappen ondernomen om deze ondersteuning te mobiliseren.

Op 14 mei 2020 heeft de rechtbank verzoeker twee keer gebeld op het opgegeven telefoonnummer, maar hij heeft deze oproepen niet beantwoord. De rechtbank concludeert dat verzoeker geen gemotiveerde houding vertoont en vreest dat hij de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling niet zal nakomen. Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af te wijzen. De rechtbank benadrukt dat deze afwijzing niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die ook tot afwijzing van het verzoek kunnen leiden.

De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen, uitsluitend via een advocaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 28 mei 2020
[naam],
[adres, postcode en woonplaats]
,
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 24 januari 2020 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank heeft op 9 april 2020 en op 27 april 2020 een oproep naar verzoeker verzonden met een formulier in verband met het Corona-virus, met het verzoek deze retour te sturen naar de rechtbank. Op het Corona formulier dient verzoeker zijn telefoonnummer te vermelden waarop verzoeker ten tijde van de telefonische behandeling bereikbaar is. Verzoeker heeft het Corona formulier niet retour gestuurd.
De rechtbank heeft met toepassing van de Tijdelijk afwijkende regeling insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de Coronacrisis (hierna: TARIC) geen fysieke zitting plaats doen vinden. Op 20 april 2020 is verzoeker telefonisch gehoord. De behandeling van het verzoek is aangehouden nu verzoeker tijdens de telefonische zitting heeft aangegeven dat hij ter zitting ondersteund wilt worden door schuldhulpverlening. De rechtbank heeft verzoeker in de gelegenheid gesteld schuldhulpverlening te mobiliseren.
Op 14 mei 2020 is verzoeker tot twee keer toe door de rechtbank, op het telefoonnummer zoals vermeld in het verzoekschrift, gebeld. Echter heeft verzoeker de oproep niet beantwoord.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

Verzoeker heeft geen inkomsten. Verzoeker woont samen. Zijn partner heeft inkomen uit arbeid. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet € 253.488,06.

3.De beoordeling

Verzoeker is op 20 april 2020 kort telefonisch door de rechtbank gehoord. Verzoeker heeft enkel aangegeven dat schuldhulpverlening het verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend en dat schuldhulpverlening bij de telefonisch behandeling van het verzoekschrift aanwezig dient te zijn. Verzoeker is in de gelegenheid gesteld om schuldhulpverlening te mobiliseren.
Verzoeker is voor de behandeling van zijn verzoekschrift op 14 mei 2020 ter telefonische zitting twee maal gebeld op het door hem opgegeven telefoonnummer in het verzoekschrift. Verzoeker heeft de telefonische oproep niet beantwoord. Hier blijkt geen gemotiveerde houding uit en moet gevreesd worden dat hij de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen dan ook niet naar behoren zal nakomen, meer in het bijzonder de informatieverplichting. Daarom zal het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling worden afgewezen.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal daarom worden afgewezen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die eveneens tot afwijzing van het verzoek dienen te leiden.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. de Jong, rechter, en in aanwezigheid van J. Hillen-Huizer, griffier, in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2020 . [1]